Veiligheids en onderhoud instructies
1. Als U de fiets helemaal heeft gemonteerd zorg er dan voor dat alle onderdelen
zoals bouten, ringen en trapper goed vast zitten.
2. Zorg ervoor dat U regelmatig de bouten controleert of deze nog goed vast zitten.
3. Zorg ervoor dat U het zadel en stuur goed heeft vastgedraaid voordat U begint
met Uw training.
4. Er wordt geadviseerd om de ketting eens per maand te smeren.
5. Draag tijdens Uw training geen losse kleding.
6. Verwijder Uw voeten nooit uit de pedalen als deze nog in werking zijn.
7. Draag altijd schoenen tijdens Uw training.
8. Poets de fiets na iedere training af met een droge doek of met water en
milde zeep, gebruik nooit bijtende schoonmaakmiddelen.
9. Zorg ervoor dat er tijdens Uw training geen kinderen aanwezig zijn die door
alle draaiende onderdelen gevaar op kunnen lopen.
10. Let altijd op met het verplaatsen van de fiets.
11. Stop onmiddellijk met Uw training als U last krijgt van misselijkheid.
12. Plaats Uw vingers of andere delen nooit tussen de bewegende delen van de fiets.
13. Als U onder medische behandeling bent raadpleeg dan eerst Uw arts over hoe
U het beste kunt trainen.
14. Zorg dat u na Uw training de weerstandknop met de klok meedraait (+) om
te voorkomen dat er iemand verwond raakt.
1