Alle spelers komen op deze manier aan de beurt. De bank doet hier gewoon aan mee.
Zo gaat het spel verder.
Nadat er zo een aantal dozen is geopend (en luikjes gesloten)
brengt de bank een bod uit:
Kijk op het schema hieronder.
Het hangt er vanaf met hoeveel spelers je speelt. Als je met zijn drieën speelt, kijk je
bij drie spelers en zie je dat de bank het eerst bod uitbrengt als er 6 dozen zijn
geopend; het tweede bod wordt uitgebracht na 3 dozen en zo verder.
AANTAL DOZEN
1e keer 2e keer 3e keer 4e keer 5e keer en verder
2 spelers 6 3 3 3 1 per keer
3 spelers 6 3 3 3 1 per keer
4 spelers 4 3 3 3 1 per keer
5 spelers 5 3 3 1 per keer
6 spelers 6 3 3 1 per keer
Om makkelijk bij te kunnen houden wanneer de bank een bod uit brengt, leg je de kaart-
jes uit de geopende dozen iedere keer op tafel. Dus als je met drie spelers speelt, leg
je de kaartjes uit de geopende dozen bij elkaar tot je er zes hebt; dan brengt de bank
een bod uit en kunnen die kaartjes in de doos. Vervolgens verzamel je de volgende kaart-
jes, totdat je er drie hebt en zo verder.
HET BOD VAN DE BANK:
Het bod wordt uitgebracht door de speler die op dat moment bank is. Hij mag elk bedrag
bieden dat hij wil tot een maximum van 250.000 euro. De bank probeert een dusda-
nig verleidelijk bod uit te brengen dat een speler het accepteert en uit het spel gaat;
maar het bedrag moet weer niet zo hoog zijn dat een speler die het accepteert een ‘zeke-
re’ winnaar van het spel is. Die speler, die het bod accepteert, krijgt het geboden bedrag
uitbetaald van de bank en laat zijn eigen doos dicht voor zich liggen.
SPEL IN HET KORT:
Het spel wordt drie keer gespeeld. De speler die de meeste potjes wint, is de winnaar.
Bij een gelijkspel telt het hoogste bedrag.
Er zijn 20 dozen (op kaartjes) met verschillende geldbedragen. Alle spelers kiezen een
doos en leggen die voor zich neer. Je mag niet weten welk bedrag erin zit.
De overige dozen worden één voor één geopend. Af en toe brengt de bank een bod
uit op de dozen van de spelers. Om beurten hebben de spelers de mogelijkheid dit bod
te accepteren. Spelers die geen enkel bod van de bank accepteren, krijgen het bedrag
dat in hun eigen doos zit.....
INHOUD VAN DE DOOS:
20 doosenvelopjes (‘de dozen’)
20 kaartjes met geldbedragen uiteenlopend van 1 tot 250.000 euro
een scorerekje
speelgeld
VOORBEREIDING:
Wie het beste met geld kan omgaan, is de eerste bank.
Schud de 20 kaartjes met geldbedragen goed. Schuif ieder kaartje in een doos zon-
der dat de spelers de geldbedragen kunnen zien. Iedere speler kiest een doos en legt
deze dicht voor zich neer. Deze doos wordt pas aan het eind van een spel geopend.
De overige dozen worden in het midden gelegd.
Zet alle luikjes van het scorerekje open en zet het rekje met behulp van de bijgelever-
de standaard voor iedereen zichtbaar neer.
SPELVERLOOP:
De spelers zijn om beurten bank. De bank speelt gewoon mee. De bank eindigt zijn rol
met het uitbrengen van een bod op de dozen van de spelers. Daarna is de speler links
van hem bank.
De speler links van de bank opent het spel. Hij kiest een doos uit het midden, haalt het
kaartje eruit en kijkt welk bedrag erop staat. Vervolgens sluit de bank het luikje bij dit
bedrag op het scorerekje.
Als de eerste speler een doos heeft geopend, is de volgende speler aan de beurt.
Ook hij kiest een doos en het luikje op het rekje wordt gesloten.