• BELANGRIJKE INFORMATIE (goed bewaren!)
Lees deze handleiding aandachtig en bewaar hem op een veilige plaats, zodat u deze
ook in de toekomst kunt raadplegen. De handleiding bevat belangrijke informatie
voor veilig gebruik van het product.
Dit product voldoet aan Richtlijn 88/378/CEE van de Europese Unie op het gebied van
veiligheid van speelgoed.
Dit product is bedoeld voor kinderen ouder dan 3 jaar.
- Gebruik het aanbevolen type batterij.
Het gebruik van alkalinebatterijen wordt aangeraden.
- De batterijen worden geplaatst conform de plus- en minpolen zoals aangegeven op
het apparaat en op de batterij. Als u de batterijen niet op de juiste manier plaatst,
kan het apparaat beschadigd raken, kunnen de batterijen vloeistof gaan lekken of,
in extreme gevallen, kan er een brand of explosie van de batterij ontstaan.
Gebruik in dit spel geen oplaadbare batterijen.
Probeer niet-oplaadbare batterijen niet op te laden. Dit kan vloeistofverlies, overver-
hitting, ontbranding of ontploffi ng veroorzaken.
- Vervang de batterijen altijd allemaal tegelijk. Gebruik geen oude en nieuwe batte-
rijen door elkaar.
- Gebruik geen verschillende soorten batterijen, bijvoorbeeld saline- en alkalinebat-
terijen of oplaadbare en niet-oplaadbare batterijen, door elkaar.
- Verwijder lege batterijen uit het spel. Als het spel gedurende langere tijd niet wordt
gebruikt, verwijder dan de batterijen om te voorkomen dat er vloeistof uit weglekt.
- Probeer de polen van de batterijen nooit kort te sluiten.
- Werp de batterijen nooit in het vuur. Hierdoor kunnen batterijen ontploffen.
- Laat kinderen niet zonder toezicht van volwassenen batterijen verwisselen, of voer
deze handeling zelf uit.
- Bij gebruik van oplaadbare batterijen (niet aangeraden): Oplaadbare batterijen moe-
ten onder toezicht van een volwassene worden opgeladen.
• HOE WORDT HET SPEL GESPEELD?
Het spel is op twee manieren te spelen.
Kies met de gladde knop aan de zijkant van
het product de gewenste variant.
Positie • : Ontdekkingsvariant
Positie •• : Spelvariant
Positie I : UIT
• Ontdekkingsvariant
Met deze variant zegt het spel de naam
van het personage of de plaats die op
de kaart is afgebeeld.
- Het kind kan de kaart op elk van de
twee beschikbare vlakken neerleg-
gen. Op elk vlak kan één kaart wor-
den geplaatst.
- Wanneer de vlakken vol zijn, moet
minimaal één van de twee kaarten
worden weggehaald, anders kan er
niet verder worden gespeeld.
Als de vlakken gedurende bepaalde tijd bezet zijn, vraagt het apparaat of het kind een
van de kaarten wil weghalen.
Als het apparaat gedurende bepaalde tijd inactief blijft, gaat het over in de spaar-
stand: automatische spaarstand (laag verbruik) om batterijen te sparen.
Als een kaart tijdens het eerste uur nadat de spaarstand is geactiveerd wordt neer-
gelegd of weggehaald, gaat het apparaat normaal verder met het spel.
Als er meer dan 1 uur verstreken is sinds de spaarstand is geactiveerd, kan er alleen
verder worden gespeeld als het apparaat wordt uitgeschakeld en er opnieuw een
spelvariant wordt geactiveerd.
- Na de spaarstand begint het apparaat vanaf het begin met de spelvarianten.
• Spelvariant:
In deze variant zegt het apparaat de naam van het personage of de plaats dat/die op
de kaart is afgebeeld en stelt een daaraan gekoppelde vraag.
Het kind kan in één van de vlakken een kaart neerleggen.
Het apparaat zegt de naam van het personage of de plaats.
- Daarna stelt het apparaat een vraag, afhankelijk van de kaart die is neergelegd.
- De kaart met het antwoord moet nu in het andere vlak worden neergelegd.
- Het apparaat geeft aan of het antwoord goed of fout is.
- Als de eerst neergelegde kaart een hoofdpersonage is, vertelt het apparaat over wie
het gaat en vraagt: “Zoek mijn pappa/mamma/vriend” of “Waar woon ik?”
- Als de eerst neergelegde kaart van een vriend of familielid is, vraagt het spel
“Zoek … (hoofdpersonage)” of “Waar woon ik?”
Als de kaart een locatiekaart is, vraag
het spel: “Wie woont … (op deze
plaats)?”
Als het antwoord goed is, wordt het
kind door het apparaat gefeliciteerd.
Om verder te spelen moet het kind
beide kaarten weghalen.
Is het antwoord fout, dan zegt het ap-
paraat dat tegen het kind. Het kind moet
de kaart met het verkeerde antwoord
weghalen en een ander antwoord op de
plek neerleggen. Het kind kan alle ant-
woordkaarten naar wens neerleggen.
Als het kind geen kaart weghaalt, vraagt het apparaat om dit te doen.
Als na bepaalde tijd geen kaart op de vlakken wordt gelegd, vraagt het apparaat
aan het kind om een kaart neer te leggen. Als na bepaalde tijd nog geen kaart is
neergelegd, vraagt het apparaat naar een concrete kaart tussen alle mogelijke
kaarten.
- Het kind heeft drie mogelijkheden om het dier te vinden. Na drie pogingen, kan het
naar eigen wens de kaart in het vak leggen.
Als het apparaat gedurende bepaalde tijd inactief blijft, gaat het over in de spaar-
stand: automatische spaarstand (laag verbruik) om batterijen te sparen.
Als er tijdens het eerste uur nadat de spaarstand is geactiveerd, een kaart wordt
neergelegd of weggehaald, gaat het spel normaal verder.
Als er meer dan 1 uur verstreken is nadat de spaarstand is ingeschakeld, moet – om
met het spel verder te gaan – het apparaat eerst worden uitgeschakeld en moet
vervolgens de gewenste spelvariant worden geactiveerd.
• KAARTOVERZICHT
Kaarten met hoofdpersonen: Marie, Bambi, Vlek, Simba, Rakker, Dombo.
Mamma-/pappa-/vriendjeskaarten: De mamma van Marie, de pappa van Marie, het
vriendje van Marie, de mamma van Bambi, de pappa van Bambi, het vriendje van
Bambi, de mamma van Vlek, de pappa van Vlek, het vriendje van Vlek, de mamma
van Simba, de pappa van Simba, het vriendje van Simba, de mamma van Rakker,
de pappa van Rakker, het vriendje van Rakker, de mamma van Dombo, de vriend
van Dombo, de vriend van Dombo, Bagheera, Baloe, Kaa, Lowietje.
Locatiekaarten: de Muziekkamer,
het Bos, de Woonkamer,
de Savanne, de Stad,
het Circus, de Jungle.