– 2
Afbeelding
Druk voor het verwijderen van de aansluitopening
op Quick-Connect (grijze toets).
Afbeelding
(SP 5 Dirt)
Schuif de slangklem op de slang.
Bij gebruik van een ¾“ resp.1“ slang:
Schroef het pompaansluitingsonderdeel (zie speci-
ale toebehoren) op het aansluitstuk.
Schuif de slang op het pompaansluitingsonderdeel
en bevestig met een slangklem.
Schuif de aansluitopening in de Quick-Connect.
OPMERKING
Om de doorstroomhoeveelheid te verhogen, kan het
pompaansluitingsonderdeel in functie van de gebruikte
slang verkort worden.
Bij gebruik van een 1¼“ slang:
Schuif de slang op de aansluitopening en bevestig
met een slangklem.
Schuif de aansluitopening in de Quick-Connect.
Afbeelding
(SP 7 Dirt)
Schroef het pompaansluitingsonderdeel op het
aansluitstuk.
Slangklem op de slang schuiven.
Schuif de slang op het pompaansluitingsonderdeel
en bevestig met een slangklem.
Schuif de aansluitopening in de Quick-Connect.
OPMERKING
Op het pompaansluitingsonderdeel kunnen slangen
met diameters 1“, 1¼“ en 1½“ aangesloten worden.
Om de doorstroomhoeveelheid te verhogen, kan het
pompaansluitingsonderdeel in functie van de gebruikte
slang verkort worden.
Afbeelding
Vlotterschakelaar in hoogteverstelling doen.
Plaats de pomp stabiel op een stevige ondergrond
in de pompvloeistof of dompel ze onder door een
aan de draaggreep bevestigd touw.
OPMERKING
Het aanzuigbereik mag niet door verontreinigingen ge-
blokkeerd zijn.
Plaats de pomp bij modderige ondergrond op een tegel
of iets dergelijks.
Let erop dat de pomp horizontaal staat.
Draag de pomp niet aan de kabel of de slang.
몇 GEVAAR
Levensgevaar door elektrische schok!
Tijdens het bedrijf pompvloeistof, het aan het transport-
handvat bevestigde touw alsook voorwerpen, die met
de de pompvloeistof in contact (bv. in het water oprij-
zende buisleidingen, leuningen, etc.) zijn, niet aanra-
ken.
Afbeelding
Bij een geringe vloeistofhoogte ontsnapt eventueel aan-
gezogen lucht of in de pomp voorhanden lucht via de
automatische ontluchtingsinrichting. Tevens kan daarbij
op die plaats vloeistof ontsnappen.
Als de pomp bij een laag vloeistofpeil problemen bij het
aanzuigen heeft, moet de netstekker meermaals uit- en
ingestoken worden om het aanzuigen te ondersteunen.
Afbeelding
De vlotterschakelaar via de hoogteverstelling en de
kabellengte tussen vlotterschakelaar en hoogte-
verstelling instellen.
OPMERKING
In de automatische werking stuurt de vlotterschakelaar
het pompproces automatisch.
De pomp schakelt in zodra de vlotterschakelaar door
het stijgende vloeistofpeil de inschakelhoogte bereikt
heeft.
De pomp schakelt uit zodra de vlotterschakelaar door
het dalende vloeistofpeil de uitschakelhoogte bereikt
heeft.
De bewegingsvrijheid van de vlotterschakelaar moet
daartoe altijd gegarandeerd zijn.
De kabellengte tussen vlotterschakelaar en aanslag
moet tenminste 2,5 cm bedragen.
Inschakelhoogte / uitschakelhoogte (vlotterschake-
laar in onderste positie):
Inschakelhoogte / uitschakelhoogte (vlotterschake-
laar in bovenste positie):
*De schakelhoogte kan variëren in functie van de posi-
tie van de vlotterschakelaar.
Evenzo kan de kabellengte tussen vlotterschakelaar en
aanslag de schakelhoogtes beïnvloeden. Wij bevelen
aan de vooraf ingestelde kabellengte aan te houden.
Netstekker in het stopcontact steken.
Afbeelding
Neus van de vlotterschakelaar in de opening van
de aanslag naar boven trekkend bevestigen.
OPMERKING
In de manuele werking blijft de pomp constant inge-
schakeld.
Om de pomp in het manuele bedrijf zelfstandig te laten
aanzuigen, moet het vloeistofpeil tenminste 60 mm (SP
5 Dirt) of 50 mm (SP 7 Dirt) bedragen.
De pomp kan tot een restvloeistofhoogte van 25 mm
(SP 5 Dirt) of 35 mm (SP 7 Dirt) afpompen.
De vermelde restvloeistofhoogte wordt enkel in de ma-
nuele werking bereikt.
Netstekker in het stopcontact steken.
LET OP
Beschadigingsgevaar! Droogloop leidt tot verhoogte
slijtage, laat de pomp in de manuele werking niet zonder
toezicht achter. Schakel de pomp bij droogloop onmid-
dellijk uit.
Gebruik
Automatische ontluchtingsinrichting
Automatisch gebruik
Min / Max SP 5 Dirt SP 7 Dirt
Inschakelhoogte
cm*
18 / 21 cm 20 / 24 cm
Uitschakelhoogte
cm*
4 / 12 cm 6 / 15 cm
Min / Max SP 5 Dirt SP 7 Dirt
Inschakelhoogte
cm*
28 / 31 cm 33 / 36 cm
Uitschakelhoogte
cm*
14 / 22 cm 19 / 27 cm
Handmatig gebruik