• In de koelingsmodus
Stel de lamellen horizontaal bij.
• In de verwarmingsmodus
Stel de lamellen naar beneden bij (verticaal).
§ Richt de luchtstroom naar links en rechts
Stel de bladen in de luchtuitlaat in de gewenste richting bij.
Als de lucht naar de zijkanten stroomt en er moeten
luchtstroomonderdelen worden gebruikt (worden apart verkocht),
raadpleeg dan de volgende figuren om de luchtstroom te richten.
§ Richt de luchtstroom naar boven en beneden
• Koelingsmodus
Stel de lamellen horizontaal bij.
• In de verwarmingsmodus
Stel de lamellen naar beneden bij (verticaal).
OPMERKING:
1. Stel de horizontale lamellen naar beneden bij als de luchtstroom
naar beneden gericht is.
2. De hoek van de horizontale lamellen moet kleiner zijn dan 40º,
anders druppelt er water uit het toestel.
§ Richt de luchtstroom naar links en rechts
OPMERKING:
Als u de luchtstroom naar links/rechts richt, raadpleeg dan de
volgende figuren om de verticale lamellen in bepaalde hoeken te
draaien. Voorkom te kleine hoeken, er kan water uit het toestel
druppelen.
§ Buis-/plafondmodel
De volgende sectie legt uit hoe de richting van de luchtstroom
kan worden ingesteld als er luchtuitlaatonderdelen (apart te
koop) worden gebruikt met het binnentoestel.
• In de koelingsmodus
Stel de lamellen naar beneden bij om de onderkant van de
ruimte te verkoelen. (Fig. 4-9)
• In de verwarmingsmodus
Stel de lamellen naar beneden bij om de onderkant van de
ruimte te verwarmen. (Fig. 4-10)