9
HOE TE BEGINNEN
Het bakken van een gewoon wittebrood
Ingrediënten:
● 230 ml water
● 350 g ongebleekte, bloem
● 3 theelepels magere melkpoeder
● 1
1
⁄2 theelepel zout
● 2 theelepel suiker
● 15 g boter
● 1 theelepel gemakkelijk te mengen, gedroogde gist
Opmerking: U moet ingrediënten uitsluitend toevoegen in de in een recept aangegeven
volgorde. Open het deksel niet tijdens het bakken, omdat het brood dan in
elkaar zou kunnen zakken.
1. Breng de deeghaak op de aandrijfas voor de broodpan aan (zie diagram op bladzijde 3).
2. Het water moet op kamertemperatuur zijn en in de broodpan worden gegoten.
3. Meet de aangegeven hoeveelheid bloem af en strooi deze in de broodpan, waarbij u
ervoor zorgt dat de bloem het water bedekt.
4. Voeg de magere melkpoeder, suiker, zout en boter in afzonderlijke hoeken toe op de
tarwebloem.
5. Maak een kuiltje in het midden van de bloem, maar niet helemaal tot het water, en
voeg de gist toe.
6. Plaats de broodpan in de ovenkamer aan de hand van de uitrichtmarkeringen (▲),
waarbij u ervoor zorgt dat de pan met een klik op zijn plaats komt en in de juiste
richting wijst. Sluit het deksel.
7. Zet de machine aan bij de stekkerbus en druk op de selectietoets tot (1) in het
beeldvenster is verschenen.
8. Druk op de starttoets.
Zet de machine aan het eind van de cyclus uit en trek de broodpan er aan de steel uit.
Gebruik altijd ovenhandschoenen. Laat het brood uit de pan op een rooster vallen om
het te laten afkoelen. Laat het brood 30 minuten afkoelen. Als het brood echter nog iets
langer moet worden gebakken, gebruik dan de optie voor een LANGERE BAKTIJD (zie
hoofdstuk over een langere baktijd).
Als de broodbakmachine op het bakken van brood staat ingesteld (1-8, 10, 12), houdt hij
het brood warm gedurende maximaal één uur of tot de machine wordt uitgeschakeld.
Zie het Kenwood-receptenboek voor aanvullende informatie over brood- en andere
bakrecepten.