— 82 —
Nederlands
Vele problemen worden slechts veroorzaakt door een
verkeerde bediening of verkeerde verbindingen. Kontroleer
voordat u uw handelaar raadpleegt eerst de volgende lijst
voor een mogelijke oplossing van uw probleem.
Algemeen
? Spanning wordt niet ingeschakeld.01
✔ De zekering is doorgebrand.
☞ Nadat u de kabels op kortsluiting heeft gekontroleerd moet u de
zekering door een van hetzelfde type vervangen.
✔ Autokontakt heeft geen ACC stand.02
☞ Verbind dezelfde kabel met het kontakt als de accukabel.
? Er gebeurt niets na het drukken op toetsen.04
✔ De computerchip in het toestel functioneert niet normaal.
☞ Druk op de resettoets van het toestel (blz. 60).
? Er is een geluidsbron waarnaar u niet kunt overschakelen.06
✔ Er is geen CD geplaatst.
☞ Plaats de geluidsdrager waarnaar u wilt luisteren. Wanneer er in dit
toestel geen geluidsdrager is geplaatst, kunt u niet overschakelen naar
elke geluidsbron.
? Het geheugen wordt gewist wanneer het kontakt wordt
uitgeschakeld.
10
✔ De accukabel is niet met de juiste aansluiting verbonden.
☞ Sluit de kabels juist aan de hand van het gedeelte <Verbinden van
kabels met aansluitingen> aan.
✔ De kabel van het kontakt en de accu zijn niet juist verbonden.11
☞ Sluit de kabels juist aan de hand van het gedeelte <Verbinden van
kabels met aansluitingen> aan.
? De telefoondempingfunctie werkt niet.15
✔ De telefoondempingkabel is niet juist verbonden.
☞ Sluit de kabels juist aan de hand van het gedeelte <Verbinden van
kabels met aansluitingen> aan.
? De telefoondempingfunctie wordt geaktiveerd maar de
telefoondempingkabel is niet aangesloten.
16
✔ De telefoondempingkabel raakt een metalen deel van de auto.
☞ Zorg dat de telefoondempingkabel geen kontakt met een metalen deel
maakt.
? Zelfs als Toonversterking ingeschakeld is, kunnen schelle tonen niet
gecompenseerd worden.
17
✔ De Tuner is als geluidsbron geselecteerd.
☞ Schelle tonen kunnen niet gecompenseerd worden in de functie met
Tuner als geluidsbron.
? Geen geluidsweergave of zeer laag volume.20
✔ De instellingen van de Fader of Balans zijn altijd naar één kant
ingesteld.
21
☞ Centreer de instellingen van de Fader en de Balans.
✔ De in- en uitgangskabels of bedradingsbundel is/zijn niet juist
verbonden.
22
☞ Sluit de in- en uitgangskabels en/of bedradingsbundel opnieuw juist
aan. Zie het gedeelte <Verbinden van kabels met aansluitingen>.
? Slechte geluidskwaliteit of vervormd geluid.25
✔ Een luidsprekerkabel wordt mogelijk afgekneld door een schroef in de
auto.
☞ Kontroleer de bedrading van de luidsprekers.
✔ De luidsprekers zijn niet juist aangesloten.27
☞ Sluit de luidsprekerkabels opnieuw juist aan zodat iedere
uitgangsaansluiting met een andere luidspreker is verbonden.
? De pieptoon van de aanraaksensor wordt niet weergegeven.34
✔ De voor-uitgangaansluiting wordt gebruikt.
☞ De pieptoon van de aanraaksensor kan niet via de voorversterker-
uitgang gaansluiting worden weergegeven.
? De klok kan niet worden ingesteld hoewel de kloksynchronisatie is
ingeschakeld.
35
✔ De RDS-zender waarop is afgestemd, verzendt geen tijdsignaal.
☞ Stem af op een andere RDS-zender.
Tuner als geluidsbron
? Ontvangst van radio-uitzendingen is slecht.39
✔ De auto-antenne is niet uitgetrokken.
☞ Trek de antenne geheel uit.
✔ De antennekabel is niet aangesloten.40
☞ Sluit de kabel juist aan de hand van het gedeelte <Verbinden van
kabels met aansluitingen> aan.
? Het is niet de ingestelde geluidssterkte voor de Verkeersinformatie.43
✔ De ingestelde geluidssterkte is lager dan de geluidssterkte van de Tuner.
☞ Als de geluidssterkte van de Tuner hoger ingesteld wordt dan de
ingestelde geluidssterkte, dan dient de geluidssterkte van de Tuner
gebruikt te worden.
Oplossen van problemen