52
NL
Trainings- en bedieningshandleiding
Korte handleiding
Functiebereik
De toetsen worden hieronder kort toegelicht.
Het nauwkeurigere gebruik wordt in de diverse hoofdstuk-
ken uitgelegd. In deze beschrijvingen worden de namen
van de functietoetsen ook zo gebruikt.
SET
De SET toets is gecombineerd met de +/– draaiknop.
Door indrukken van de SET toets bevestigt u de door
draaien gekozen instelwaardes en functies.
Langer indrukken van de SET toets resulteert in een her-
start van de trainingscomputer.
+/– Draaiknop
De +/– draaiknop is gecombineerd met de SET toets.
Langzaam draaien wijzigt de instelwaarde stapsgewijs.
Snel draaien resulteert in een snelle telling van de instel-
waarde. Door indrukken van de SET toets bevestigt u de
door draaien gekozen instelwaardes, menu’s, program-
ma’s en functies.
– Voor trainingsbegin kunnen met de draaiknop diverse
voorprogrammeerwaardes ingesteld worden. Daarvoor
moet het apparaat zich in de STOP positie bevinden.
– Tijdens de training kan met de draaiknop het totale
belastingbereik van een gekozen trainingsprogramma ver-
laagd of verhoogd worden > grafische balkweergave.
– Na de keuze en bevestiging van een trainingsprogram-
ma worden de verdere parameterinstellingen voor deze
training met de +/– draaiknop ingesteld en met SET beve-
stigd.
+ Verhogen van programmeerwaardes.
Door naar rechts draaien van de draaiknop (+) verhoogt
u de instelwaarde.
– Verlagen van programmeerwaardes.
Door naar links draaien van de draaiknop (–) verlaagt u
de instelwaarde.
RESET
Met deze functietoets wordt de actuele weergave gewist
voor een herstart.
Programm
Met deze functietoets worden de diverse programma’s
gekozen.
Nogmaals indrukken > volgende programma
Langer indrukken > programmadoorloop
RECOVERY
Met deze functietoets wordt de herstelpolsslagfunctie
gestart.
G
G
G