14
P1 = ontspanningspols na 60 seconden
index 1,0 = zeer goed index 6,0 = onvoldoende
Als de tijd van 0:60 tot 0:00 wordt afgeteld, blijft de indicatie op 0:00.
De ontspanningspols (een nummer tussen 1,0 en 6,0) wordt in de laatste
twee posities op het snelheidsdisplay-veld (4) aangegeven.
In de middelste indicatie wordt het verschil tussen belaste pols en polsherstel
weergegeven. Is er bij begin van de meting van het polsherstel geen pols-
signaal (indicatie ”P”), dan wordt de meting van het polsherstel niet gestart.
Is er tijdens of bij afloop van de meting van het polsherstel geen polssignaal,
dan worden na de countdown de letters ”FE” uitgegeven.
Alle vooraf bereikten waarden worden in het display geladen, de snelheid
is 0,0 km/h. De training kan met de waarden, die op het tijdpunt van de
afbreuk beschikbaar waren, weer worden opgenomen. Door drukken van
de (Set) (12) toets of door verhoging van de trapfrequentie op meer dan
20 omwentelingen per minuut wordt de ontspanningspols-modus afge-
broken. De trainingscomputer neemt dan de voorafgaande modus weer op,
en de training kan met de waarden, die op het tijdpunt van de afbreuk
beschikbaar waren, weer worden opgenomen.
Het vergelijken van belastings- en ontspanningspols is een eenvoudige en
snelle mogelijkheid om de lichamelijke fitness te controleren. De ontspan-
ningspolswaarde is een orienteeringswaarde voor uw ontspanningscapa-
citeit na lichamelijke belastingen. Bij een regelmatig hart-bloedsomloop-trai-
ningsprestatie zult U vaststellen, dat uw ontspanningspols zich verbeterd.
Voor documentatie van uw trainingsprestatie is een tabel voor uw perso-
onlijke belastingsdata bijgevoegd.
Trainen in de run-modus
De run-modus wordt na het inschakelen (door drukken van een toets (plus,
minus of Set) of door pedaalomwentelingen of door terugzetten van de com-
puter opgenomen. Bij opname van de run-modus tonen alle displayvelden
nul aan, met uitzondering van de polsslagindicatie (5), die de actuele pols
of een "P" aangeeft (zie afb.: 1).
Begin uw training gewoon met pedaalomwentelingen. Als de trapfrequentie
boven 20 pedaalomwentelingen per minuut ligt, begint de trainingscomputer,
de indicatiewaarden voor tijd, trainingsafstand en kilojouleverbruik opwaarts
te tellen. De snelheidsindicatie geeft telkens de geldige waarde aan, de pol-
sindicatie geeft de actuele hartslag of een "P" aan. Alle waarden springen
bij het bereiken van de maximale indicatiewaarde op nul.
Trainen in de countdown-modus
Door drukken van de (SET) toets (12), in de run-modus bij een trapfrequentie
onder 20 pedaalomwentelingen per minuut, kan de countdown-modus
worden opgenomen.
Alle displayvelden, met uitzondering van het displayveld voor de tijd (1) tonen
nul aan of de vooraf geprogrammeerde waarden. In het LCD displayveld
wordt het programmeeringsymbool (9) voor de countdown-modus aange-
geven. Het tijddisplayveld knippert en signaliseert U daarmee dat de trai-
ningstijd mag worden ingesteld. Afbeelding 2 toont het LCD display tijdens
de eerste programmering. Afbeelding 3 toont U het LCD display voor een
latere programmering. Hier erkent U, dat tijdens een voorafgaande pro-
grammeering de volgende waarden werden ingegeven:
10 minuten voor de trainingstijd, 2 km voor de afstand, 100 calories voor
de energieverbruik en een bovenste polsslaggrens van 120 slagen.
De individuele trainingsparameters kunnen in de volgorde trainingstijd,
trainingsafstand, energieverbruik en trainingspolsslag met de toetsen (+) (11),
(Set) (12) en (-) (10) worden geprogrammeerd. Voor confirmatie van de gepro-
grammeerde waarde moet de (set) (12) toets worden gedrukt. Het knipperen
van het tijddisplayveld wisselt na het volgende display (trainingsafstand).
Worden binnen een waardeprogrammering de toetsen (+) en (-) tegelijkertijd
gedrukt, wordt de respektievelijke waarde op nul teruggezet.
Om de programmering compleet af te sluiten, moeten alle velden worden
bevestigd. Het is niet nodig dat een trainingswaarde voor elk bereik wordt
geprogrammeerd.
Het programmeren word afgesloten door drukken van de (set) (12) toets voor
de trainingspolsslag. Alle trainingsvelden tonen dan de geprogrammeerde
waarden. Alleen het displayveld polsslag (5) toont de actuele hartslag of
een "P".
Met begin van de training beginnen alle geprogrammeerde waarden terug
te tellen (de niet geprogrammeerde waarden tellen opwaarts). Zodra deze
waarden afgeteld zijn en nul bereiken, laden zij de oorsponkelijke waarden
weer op en beginnen vanaf deze geprogrammeerde waarden opwaarts te
tellen. Het respektievelijk display knippert 5 seconden lang na begin van
het opwaartstellen.Het is ook mogelijk, door drukken van de (Set) (12) toets
onmiddellijk in de run-modus te schakelen.
Grondleggende Informatie voor het programmeren van
trainingsdata
De aangifte van trainingsdata kan volgens volgende omvang gebeuren
aangifte interval
tijd 0:00 - 99:00 +/- 1 minuut
afstand 0,5 - 99,5 +/- 0,5 km
kilojoule 0 - 1999 +/- 1 kJ
trainingspolsslag 90 - 189 ( - - Aus ) +/- 1 slag
Kilometerteller
De trainingscomputer beschikt over een kilometerteller. Na het inschakelen
van de trainingscomputer, door het drukken van een toets of door trai-
ningsbegin, wordt in de middelste lijn (calories-display) van het displayveld
(3) het totaal gereden kilometer opgeladen. In het polsdisplay wordt of de
aktuele polsslag of een "P" aangegeven.
Het optellen van de geredn kilometer van een trainingseenheid gebeurt alle
0,1 km. In het displayveld verschijnen enkel volle kilometer. De totaal
gereden kilometer worden voor 30 seconden aangetoond. Daarna wisselt
de trainingscomputer terug in de run-modus.
Stand-by schakeling
De trainingscomputer heeft een energiezuinige "slaap-modus". Als de
training voor meer dan 4 minuten onderbroken wordt en geen toetsen
worden gedrukt, schakelt zich de trainingscomputer uit en wisselt in de ener-
giezuinige "slaap-modus". De actuele indicatiewaarden zijn dan verloren.
Kilojoule-berekening
De kilojoule-berekening is als een richtwaarde te verstaan. De berekende
waarde maakt geen geneeskundige aanspraak op geldigheid.
De berekening baseert op de remstap "6".
Aanwijzingen voor polsslagmeting
Er is maar een manier van polsslagmeting mogelijk (oorclip of handpols-
meting of cardio-puls-set). De polsslagberekening begint als het hartje op
de computer in overeenstemming met uw polsslag knippert.
Met oorclip
De polssensor werkt met infraroodlicht en meet de wijzigingen van de licht-