Trainings- en bedieningshandleiding
40
NL
Korte handleiding
Functiebereik
De 5 toetsen worden onderstaand kort uitgelegd.
Alle toetsen
• Weergaveveld ontwaakt uit de standby-modus
RECOVERY (Herstelpolsslag met conditiecijfer)
Met deze functietoets wordt bij een actieve polsslagmeting de
herstelpolsslagfunctie gestart en een conditiecijfer berekend.
RESET (kort indrukken) voor de training
Met deze functietoets wordt het actuele veld gewist.
RESET (langer indrukken)
• Wissen van het veld voor een nieuwe start.
Encoder (naar rechts draaien)
• bij keuze: springt een menupunt verder
• bij programmering: verhoogt de waarde
Encoder (naar links draaien)
• bij keuze: springt een menupunt verder
• bij programmering: verlaagt de waarde
Encoder (kort indrukken)
• De keuze of programmering wordt opgeslagen.
Het volgende menupunt wordt opgeroepen.
Encoder (langer indrukken)
• De trainingskeuze van de actuele persoon wordt weer
getoond.
of
• De weergave wordt gewist met aansluitende programma of
persoonkeuze.
RESET + Encoder (tegelijkertijd)
• Omzetten van het energieverbruik van Kilojoule naar Kiloca-
lorieën
START STOP
• Trainingsstart. De trainingstijd telt op.
• Trainingsstop met STOP weergave. De trainingstijd blijft
staan. Het gemiddelde Ø van het remniveau wordt kort
getoond.
QUICKSTART
• Programma “MANUAL” wordt gestart. De trainingstijd telt
op.
Polsslagmeting
De polsslagmeting kan via 3 bronnen gebeuren:
1. Oorclip
2. Handsensoren
3 Borstgordel
Kjoule > Kcal > Kjoule
