23
Functies en bediening van de trainingscomputer Marathon ST
SNELHEIDSPROGRAMMA’S P3, P4
Zodra het apparaat ingeschakeld en de veiligheidssleutel goed
geplaatst is, kunt u de (7) SELECT “<<“ en (8) “>>“ toetsen
indrukken om één van de voorgeprogrammeerde snelheidspro-
gramma’s P3, P4 te kiezen. De snelheidsprogramma’s onder-
scheiden zich door verschillende profielen (verschillende snelhe-
den t.o.v. tijd). Als u een programma individueel in kunt stellen,
knippert de voorgeprogrammeerde waarde (of de eerder inge-
geven waarde) en geeft aan dat u of de knipperende waarde
kunt bevestigen of de waarde kunt veranderen. Zodra u uw
waarde ingegeven en bevestigd heeft, start de loopband.
1. Apparaat inschakelen.
2. Veiligheidssleutel in de loopband plaatsen en de clip aan de
kleding van de gebruiker bevestigen.
3. Druk op de (8) SELECT “>>“ toets, 3 x voor P3 of 4 x voor
P4 = (4) SPEED INTERVALL.
4. Druk op de (5) ENTER toets om het gekozen programma te
bevestigen.
5. Gebruik de (9) toetsen (+), (-) om de trainingstijd in te voeren.
6. Druk op de (5) ENTER toets om te bevestigen.
7. Gebruik de (9) toetsen (+), (-) om het intensiteitniveau op
basis van de maximale snelheid in te voeren.
8. Druk op de (5) ENTER toets om te bevestigen. De training
begint nu.
TRAININGSDOELPROGRAMMA’S P5, P6
U heeft de mogelijkheid de training door het instellen van trai-
ningsdoelen voor tijd en calorieën individueel vorm te geven.
Zodra het apparaat ingeschakeld en de veiligheidssleutel goed
geplaatst is, kunt u de (7) SELECT “<<“ en (8) “>>“ toetsen
indrukken om één van de doelprogramma’s P5, P6 te kiezen.
P5 stelt het trainingsdoel op basis van tijd in en P6 stelt het trai-
ningsdoel op basis van calorieën in. Als u een programma indi-
vidueel in kunt stellen, knippert de voorgeprogrammeerde waar-
de (of de eerder ingegeven waarde) en geeft aan dat u of de
knipperende waarde kunt bevestigen of de waarde kunt wijzi-
gen. Zodra u uw waarde ingegeven en bevestigd heeft, start de
loopband.
1. Apparaat inschakelen.
2. Veiligheidssleutel in de loopband plaatsen en de clip aan de
kleding van de gebruiker bevestigen.
3. Druk op de (8) SELECT “>>“ toets, 5 x voor P5 = doeltijd of
druk op de (8) SELECT “>>“ toets, 6 x voor P6 = doelcalorieën.
4. Druk op de (5) ENTER toets om het gekozen programma te
bevestigen.
5. Gebruik de (9) toetsen (+), (-) om de doeltijd of doelcalorieën
in te voeren.
6. Druk op de (5) ENTER toets om te bevestigen. De training
begint nu.
HARTSLAG CONTROLEPROGRAMMA HRC
U heeft de mogelijkheid het programma op basis van zijn doel-
hartfrequentiewaarde individueel in te stellen. Zodra het appa-
raat ingeschakeld en de veiligheidssleutel goed geplaatst is,
kunt u de SELECT (7) “<<“ en (8) “>>“ toetsen indrukken om
het hartslag controleprogramma HRC te kiezen. Met “ENTER
(5)“ wordt het programma bevestigd, de individueel in te stellen
waarde knippert en geeft aan dat u of de knipperende waarde
kunt bevestigen of de waarde kunt wijzigen. Zodra u uw waar-
de ingegeven en bevestigd heeft, start de loopband.
De loopband stelt automatisch de hellingshoek of de snelheid in
om de doelhartslagfrequentie van de gebruiker na ca. 5 minu-
ten te bereiken en te behouden. Er wordt geprobeerd de doel-
frequentie met een nauwkeurigheid van +/- 5 slagen te behou-
den. De automatische regeling laat een maximale snelheid en
maximale hellingshoek van 10,8 km/h en 9% toe. Tijdens de
training kunt u de snelheid of de hellingshoek altijd nog manue-
el wijzigen.
Om het hartslag controleprogramma te kunnen gebruiken, dient
u een borstgordel te dragen!
1. Apparaat inschakelen.
2. Veiligheidssleutel in de loopband plaatsen en de clip aan de
kleding van de gebruiker bevestigen.
3. Druk op de (8) SELECT “>>“ toets, 7 x voor het HRC pro-
gramma.
4. Druk op de (5) ENTER toets om te bevestigen.
5. Gebruik de toetsen (+), (-) om de trainingstijd in te voeren.
6. Druk op de (5) ENTER toets om te bevestigen.
7. Gebruik de (9) toetsen (+), (-) om de leeftijd in te voeren.
8. Druk op de (5) ENTER toets om te bevestigen.
9. Gebruik de toetsen (9) (+), (-) om de voorgestelde doelharts-
lagfrequentie te wijzigen of druk op de (5) ENTER toets om te
bevestigen. De training begint nu.
Druk op de START toets om te bevestigen.
Verlaat daarna het veld met de STOP toets.