Trainings- en bedieningshandleiding
64
NL
Persoonlijke trainingsgegevens
Algemeen
– Zonder aparte programmeringen tellen de waardes
in de diverse functies [TIME; DISTANCE, CALORIES
en PULSE] vanaf >0< omhoog.
– Voor een zinvolle training is het voldoende voor
slechts één functie [TIME; DISTANCE, CALORIES of
PULSE] een doelwaarde in te stellen.
– Als een persoonlijke doelwaarde als trainingspro-
grammering ingesteld wordt, telt de computer vanaf
deze waarde terug. Bij het bereiken van de doel-
waarde >0< hoort u een signaal. Als daarna – zon-
der programmering van een nieuwe doelwaarde -
verder getraind wordt, telt de computer in deze
modus na indrukken van de START toets weer vanaf
de geprogrammeerde waarde terug.
– Eenmaal ingestelde doelwaardes kunnen tijdens de
training niet gewijzigd worden, dit kan pas na
indrukken van de STOP toets.
Doelwaardeprogrammering
Het instellen van de doelwaardes is bij alle functies het-
zelfde: bijv. DISTANCE
1. Druk op de MODE toets tot in het weergaveveld de
omschrijving >DISTANCE< knippert.
2. Door kort indrukken van de toets “+” verhoogt u de
waarde. Bijv. DISTANCE in 0,1 km eenheden. Als u
de “+” toets ingedrukt houdt, vindt er een snellere
telling plaats. Als men een hogere waarde wil kie-
zen, kan men met de “–” toets ook direct van de
minimum waarde naar de maximum waarde sprin-
gen: bijv. van DISTANCE 0.00 naar 99,90 K
3. Als u de doelwaarde weer wilt reduceren, drukt u
kort (of lang) op de “–” toets.
4. Als u de doelwaarde ingesteld heeft, drukt u op de
MODE toets. De waarde is dan in deze functie
opgeslagen en u gaat naar de volgende functie bijv.
CALORIES.
5. Programmeer de waarde indien mogelijk slechts in
één functie, omdat de trainingsdoelen elkaar anders
overlappen. Bijv. als u het voorgeprogrammeerde
tijddoel eerder zou bereiken dan het voorgepro-
grammeerde belastingdoel.
6. De andere programmeringen [TIME, CALORIES of
PULSE] worden zoals onder 1-4 beschreven ook met
de toetsen SET, RESET en MODE ingevoerd.
Na het afsluiten van alle programmeringen drukt u op
de START/STOP toets en u kunt met trainen beginnen.
Tijdens de training zijn alle actuele waardes parallel
naast elkaar af te lezen. De geprogrammeerde waarde
wordt tot >0< teruggeteld.