11
NL
1. Kamertemperatuur Afbeelding 1 [voor en na de training]
2. Volledige weergave Afbeelding 2 [na trappen of toetsgebruik, 1 sec.]
3. Totaal aantal kilometers Afbeelding 3 [alle gereden kilometers, 10 sec]
4. Startweergave Afbeelding 4 [met Set-toets (13) of na 10 seconden
2.0 Polsslagmeting
Deze weergave biedt 3 polsslagmetingen:
1. met de handpolssensoren
2. met de oorclip
3. met een cardio-puls-set (als accessoire bij de vakhandel verkrijgbaar)
Instellen van de polsslagweergave
U heeft de startweergave (afbeelding 4) ingesteld.
Polsslagmeting met de handpolssensoren
De handen grijpen om de handpolssensoren.
Polsslagmeting met de oorclip
Steek de oorclip in de bus (16).
Wrijf even over het oorlelletje voor een betere doorbloeding.
Bevestig de oorclip aan het oorlelletje.
Polsslagmeting met de cardio-puls-set
Lees daarvoor de bijgevoegde handleiding.
Polsslagweergave
Het hartsymbool (2) knippert synchroon met uw polsslag.
De polsslag wordt als waarde (8) weergegeven.
3.0 Training zonder instellen van trainingsgegevens
Trap de pedalen rond. Alle waardes tellen op.
4.0 Training met instellen van trainingsgegevens
De juiste trainingspolsslag (aerobe zone)
De trainingspolsslag is afhankelijk van de leeftijd. Voor elke leeftijd is er een
“juist” zogenaamd aerobe trainingsbereik – 180 min leeftijd, die door een
bovenste en een onderste polsslaggrens (+/- 10) gekenmerkt wordt. De trai-
ningspolsslag dient altijd binnen de aerobe zone te liggen. De maximale pols-
slagfrequentie – 200 min leeftijd – mag nooit overschreden worden. Gezonde
personen kunnen zich aan onderstaand schema oriënteren.
Instellen van polsslaggrens (8), tijd (9), kilojoule (10), afstand (11).
Na de startweergave (afbeelding 4) drukt u op de set-toets (13). De wijzigbare
waardes worden als knipperende weergaves getoond. Met de +/- toetsen
(14/12) stelt u de waardes in. Drukt u langer op de +/--toetsen volgt een
snellere door- of teruglopen van de instel-waardes. Drukt u de +/- toetsen
tegelijk in, springt de waarde op nul terug. Met de Set-toets bereikt u de
volgende weergaves. Drukt u langer op de Set-toets, springt de weergave
op de startweergave (afbeelding 8).
Afbeelding 5: eerste ingave van de polsslagbewaking
Afbeelding 6: ingegeven polsslaggrens (bijv. 130)
Afbeelding 7: voorbeelden van een complete ingestelde weergave met pols-
slaggrens (130), tijd (18;00), kilojoule (380) en afstand (10,0).
Afbeelding 8: startweergave met programmering en actuele polsslagwaarde.
afb. 5 afb. 6 afb. 7 Bild 8
pols / min.
220
200
180
160
140
120
100
20 30 40 50 60 70 80 90 100
leeftijd
Aërobe zone
OK 200 minus leeftijd
80
Bij nul enkele seconden en tellen dan van de ingegeven waarde af op.
Stijgt uw polsslag boven de ingegeven polsslaggrens, dan verschijnt als waar-
schuwing het HI-symbool.
6.0 weergave bij trainingsonderbreking, - einde
Afbeelding 9: trainingsweergave met polsslagmeting
Afbeelding 10: gemiddelde-weergave van km/h + pedaalomwentelingen
+ polsslag
Afbeelding 11: startweergave na indrukken van de Set-toets
Onderbreekt u de training (afbeelding 9), worden de gemiddelde waardes
met het symbool (4) van de snelheid, pedaalomwentelingen en de polsslag
getoond (afbeelding 10). Drukt u de set-toets in, verschijnt weer de actuele
trainingsweergave (afbeelding 11). Na 4 minuten wisselt de weergave naar
kamertemperatuur (afbeelding 1). Daarbij worden de kilometers opgeslagen.
Alle andere waardes niet.
7.0 Weergave bij voortzetting van de training
Trap op de pedalen. De waardes tellen verder.
8.0 herstelpolsmeting
De trainingscomputer is met een herstelpols-functie uitgerust. Deze maakt
het mogelijk aan het einde van uw training de herstelpols te meten. Druk
bij trainingseinde de herstelpolstoets (15) in. De computer meet 60 seconden
teruglopend uw polsslag (afbeelding 12). Daarna wordt onder kilojoule (10)
het polsslagverschil binnen 60 seconden (teruglopend) getoond. Onder afstand
(11) wordt een conditiewaarde (F) getoond. De berekening wordt onder
aanwijzing 9.0 uitgelegd. Bij snelheid (6), pedaalomwentelingen (7) en
polsslag (8) worden weer de gemiddelde waardes met het symbool (4)
(afbeelding 13) weergegeven. Wordt de polsslagmeting onderbroken,
wordt in plaats van een waarde een P getoond. Drukt u de set-toets in, ver-
schijnt weer de actuele trainingsweergave (afbeelding 15).
Afbeelding 12: herstelpolsmeting (rec) met teruglopende tijd (0;60 – 0;00)
Afbeelding 13: conditiewaarde-, polsslagverschil- en gemiddelden weergave
Afbeelding 14: geen polsslag herkenning (P) bij herstelpolsmeting (rec)
Afbeelding 15: startweergave na het indrukken van de set-toets
9.0 Algemeen
Snelheidsberekening
60 pedaalomwentelingen geven een snelheid van 21,3 km/h.
Kilojouleberekening
Uit sportmedisch oogpunt resulteert fietsen in het volgende energieverbruik:
1 uur fietsen met 24 km/h verbruikt 1680 kJ
1 kilometer resulteert in 70 Kilojoule (met de middelste belastingsgraad)
Conditiewaardeberekening
De computer berekent en waardeert het verschil en uw hieruit resulterende