12
levensduur van het voertuig beïnvloeden. Controleer daarom in korte intervallen, al naar
gelang het gebruik, regelmatig alle onderdelen op mogelijke schade en losse verbindin-
gen (schroeven, steekverbindingen, etc.).
■ Beschadigde of versleten onderdelen dienen direct vervangen te worden, gebruik het voer-
tuig niet totdat de reparatie doorgevoerd is. Er kunnen anders onvoorziene schades /
gevaren ontstaan. Gebruik indien nodig uitsluitend originele KETTLER-onderdelen!
■ Door ondeskundige reparaties en bouwtechnische wijzigingen (demontage van originele
onderdelen, aanbouw van niet geoorloofde delen, etc.) kan gevaar voor de gebruiker ont-
staan of de levensduur van het product beïnvloed worden.
■ Bedenk dat bij het gebruik van schommels, klimrekken, driewielers e.d. voor de gebruiker
altijd het gevaar van vallen, omslaan e.d. aanwezig is.
■ Verbind het kindervoertuig niet met een ander voertuig, sportapparaat of andere trek-
voorzieningen; het kindervoertuig is niet voor grotere snelheden ontworpen.
■ Denk eraan, dat kinderen hun eigen vaardigheden en bepaalde (gevaarlijke) situaties
vaak niet goed kunnen inschatten. Bedenk ook, dat ze door hun natuurlijke speelsheid en
temperament in situaties terecht kunnen komen die niet te voorzien waren en die buiten de
verantwoording van de fabrikant vallen.
■ Het kindervoertuig is een onverlicht speeltoestel. Gebruik in het donker is gevaarlijk.
■ Let bij de montage van het product op de aanbevolen draaimomentinformatie (M = xx
NM).
Gebruik
■ Controleer voor elk gebruik van het apparaat altijd alle schroef- en steekverbindingen als-
mede de desbetreffende veiligheidsvoorzieningen op een correcte bevestiging.
■ Leer kinderen het voertuig juist te gebruiken en wijs ze op mogelijke gevaren.
■ Let erop, dat bij voertuigen zonder vrijloop de pedalen ook meedraaien als het apparaat
geduwd of gerold wordt.
■ Het kindervoertuig beschikt niet over een zogenaamde opbergrem. Zeker daarom de
opgeboren voertuigen tegen wegrollen. Laat kinderen, die het apparaat nog niet alleen
beheersen, niet zonder toezicht op een stilstaand voertuig.
■ Pas toestellen met verstelmogelijkheden a.u.b aan de lichaamslengte van uw kind aan.
■ Transporteer geen voorwerpen met het voertuig.
■ Gebruik voor het schoonmaken en het onderhoud milieuvriendelijke, in geen geval agres-
sieve of bijtende middelen.
■ Smeer elke drie maanden de lagers van de wielen en het stuur met enige druppels olie.
■ Bij modellen met een duwstang: Vergewis u er steeds van dat de duwstang goed in de
adapter zit en vergrendeld is. Hang geen gewichten aan de duwstang! Het voertuig kan
omvallen en uw kind kan letsel oplopen. De duwstang is ontworpen voor gebruik door een
volwassene, geef nooit kinderen de verantwoording voor andere kinderen. Verwijder tij-
dens het gewone spelen uit veiligheidsoverweging de duwstang.
Montage
OPGELET! Zorg voor een gevarenvrije werkomgeving, laat bijvoorbeeld geen gereed-