13
Functies en bediening van de trainingscomputer
NL
Bedieningsaanwijzingen voor de trainingscom-
puter met digitale weergave
(7847)
1. Start zonder voorkennis
U kunt zonder voorkennis met de training beginnen. Op de
display worden de diverse informaties weergegeven. Voor een
efficiënte training en voor het instellen van uw persoonlijke
trainingsprogrammeringen, a.u.b. deze bedieningshandleiding
doorlezen en de instructies opvolgen.
Lees ook de algemene aanwijzingen in de trainingshand-
leiding.
Starten van het apparaat
Plaats 2 batterijen. (1,5 V UM 3/AA). De computer voert een
segmenttest uit en toont alle weergeefbare tekens. U hoort een
pieptoon ter bevestiging.
Daarna verschijnt de datumweergave en het jaartal knippert.
Omschrijving Y = Year = jaar. Met de toets SET kunt u het actuele
jaar kiezen. Als u te ver geteld heeft, RESET indrukken: start weer
bij 2004. Na bevestiging
met MODE gaat u links
ernaast naar het datumveld.
Hier voert u met SET op
dezelfde manier de maand
(M=Month=Maand) in en na
bevestiging met MODE de dag (D=Day=dag). Vervolgens weer
MODE indrukken, de dag wordt opgeslagen en springt naar
het grote veld van de tijd. Hier stelt u ook met SET en MODE
eerst de uren en dan de minuten in. Na bevestiging van de
minuten door indrukken van MODE gaat u naar het program-
meerveld van de functies.
De datum- en tijdinstellingen blijven zolang opgeslagen tot de
batterijen weer verwisseld moeten worden.
2. Functietoetsen
MODE
Kies door kort indrukken van de MODE-toets
tussen de functies [TIME; DISTANCE, CALORIES
of PULSE] zowel voor de weergave, als voor uw persoonlijke
instellingen.
Als u de MODE-toets lang ingedrukt houdt, worden alle waardes
op >0< gezet.
SET
Met de SET-toets worden geprogrammeerde
waardes ingevoerd. Daarvoor moet het apparaat
zich in de ruststand bevinden > weergave links
boven in de display: STOP. Door kort indrukken van de SET-
toets verhoogt u de instelwaardes van de diverse functies > [TIME;
DISTANCE, CALORIES of PULSE]. Als u de SET-toets langer inge-
drukt houdt, versnelt de telling van de instelwaarde.
RESET
Met de RESET-toets worden de functies op >0<
gezet. Bij de programmering van een willekeurige
functie wordt alleen de waarde van deze functie
door het kort indrukken van de RESET-toets op >0<
gezet. Als de RESET-toets langer dan 2 seconden ingedrukt wordt,
worden alle waardes op >0< gezet; dit is hetzelfde als een her-
start van de computer.
Bij het verwisselen van de batterijen worden ook alle waardes
op >0< teruggezet.
RECOVERY
Gebruik de RECOVERY-toets voor
het activeren van de herstelpolsfunctie
na de training.
3. Funkties – display weergaves
Algemeen:
In de display verschijnt steeds een groot veld en tegelijkertijd
onder in het veld meerdere segmentvelden naast elkaar.
Na het beëindigen van de training worden de trainingsge-
geven opgeslagen en deze kunnen bij een nieuwe training opge-
vraagd worden. De nieuwe gegevens worden dan erbij opgeteld.
Uitzondering: de computer werd met RESET op >0< gezet, in
de persoonlijke trainingsprogrammeringen werd de waarde
op >0< gezet of de batterijen werden verwisseld.
– Bij onderbreking van de training langer dan 4 minuten wordt
de display uitgeschakeld.
– Als de computer ondefinieerbare velden toont, de batterijen
verwijderen, weer terug plaatsen en het nogmaals proberen.
SCAN
Wisselende weergave van alle fun-
cties in het grote veld. Links in de
display verschijnt afwisselend de
omschrijving in afgekorte vorm:
RPM = Round Per Minute = omwen-
telingen per minuut/trapfrequentie
SPD = SPEED = snelheid
TM = TIME = trainingstijd
DST = DISTANCE = afgelegde
afstand