Vermogenprofielwijziging
Wordt het vermogen gedurende het lopende programma
gewijzigd, werkt de wijziging vanaf de knipperende
kolom naar rechts. De kolommen links ervan tonen de
reeds opgebrachte vermogenwaardes en blijven ongewij-
zigd.
Wisseling van toerentalonafhankelijke naar
toerentalafhankelijke werking
(wielrenergometer)
Druk tijdens de training op “SET”. Er volgt een wisseling
van toerentalonafhankelijke naar toerentalafhankelijke
werking.
Weergave:
beide pijlen onder RPM
Drukt u weer op “SET”, schakelt het gebruik terug in toe-
rentalonafhankelijke werking.
De wisseling van toerentalafhankelijke naar toerentalonaf-
hankelijke werking is alleen in de programma’s “count
up” en “countdown” mogelijk.
De Wielrenergometer werkt in het begin altijd toerentalo-
nafhankelijk. Wordt de training onderbroken, wordt in de
toerentalafhankelijke werking teruggeschakeld.
Trainingsonderbreking of –einde
Bij minder dan 10 pedaalomwentelingen/minuut of
indrukken van “RECOVERY” herkent de computer een trai-
ningsonderbreking. De bereikte trainingsgegevens worden
weergegeven.
Snelheid, vermogen, omwentelingen en polsslag worden
als gemiddelde waarde met het Ø-symbool weergegeven.
Met “plus” of “min” wisseling naar de actuele
weergave
.
De trainingsgegevens worden 4 minuten weergegeven.
Drukt u in deze tijd géén toets in en traint u niet, schakelt
de computer in de slaapstand.
Hervatten van de training
Bij voortzetting van de training binnen 4 minuten worden
de laatste waardes verder op- of afgeteld.
Aanwijzing:
G
Trainings- en bedieningshandleiding
60
NL
