6
Op de volgende bladzijden treft u gedetailleerde aanwijzingen aan. Raadpleeg ook hoofdstuk "Wat moet u in de
volgende gevallen doen..."
1. Schakel het apparaat in
Open de deur van de afwasmachine. Druk op de toets ON.
2. Selecteer het programma
Druk op de toets o totdat het geselecteerde programma wordt weergegeven. Selecteer bij deze
gelegenheid ook eventuele extra functies.
3. Stel het type afwasmiddel in
Het type afwasmiddel kan op verschillende manieren worden ingesteld, afhankelijk van het model van de
afwasmachine.
In hoofdstuk "Overzicht" wordt uitgelegd hoe deze instelling wordt uitgevoerd.
4. Voeg het afwasmiddel toe
4a. Poeder/gel/tabletten
Vul de vakken van de doseerbakje in overeenstemming met het geselecteerde programma.
Groot vak A bij elke afwascyclus, bovendien het kleine vakje B voor programma's met voorspoelen (zie Tabel 1.1).
4b. Gecombineerd afwasmiddel (2 in 1/3 in 1/... enz.)
Voeg afwasmiddel toe in het vakje A of in de korf voor het vaatwerk, volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
5. Controleer het spoelglansmiddel
Optische indicator in de dispenser C
donker voldoende spoelglansmiddel aanwezig,
licht voeg spoelglansmiddel toe (ca. 100 ml).
Het controlelampje op het bedieningspaneel gaat branden wanneer
er spoelglansmiddel moet worden toegevoegd.
Dit controlelampje is niet op alle modellen aanwezig.
6. Controleer het zout
Afhankelijk van het model:
Controlevenster in het deksel van het zoutreservoir in de bodem van het apparaat
oranje als er voldoende zout aanwezig is,
helder als er zout moet worden toegevoegd.
Het controlelampje op het bedieningspaneel gaat branden wanneer er zout moet worden
toegevoegd.
Nadat het zout is toegevoegd moeten er enkele afwasprogramma's worden gedraaid voordat het
lampje uitgaat!
Snelle Referentiehandleiding