Probeer eerst de hieronder aangegeven
oplossingen en voorkom, indien mogelijk, de
kosten van het oproepen van een technische
dienst...
DE ADWASAUTOMAAT WERKT NIET GOED
De afwasautomaat werkt niet of stopt tijdens
een cyclus
• Is het deksel goed afgesloten en vergrendeld?
• Heeft u de juiste cyclus geselecteerd? Raadpleeg
de “Kaarten Cyclus Selectie”.
• Is de afwasautomaat van stroom voorzien? Is
een huishoudelijke zekering doorgebrandt of
een circuitonderbreker uitgeslagen?
• Is de Verliesstroomautomaat uitgeslagen? De
indicator dient in de “1” positie te staan (Zie
hoofdstuk “Hoe de Verliesstroomautomaat te
testen”).
• Is de motor als gevolg van overlading tot
stilstand gekomen? De motor reset zichzelf
automatisch na een paar minuten. Neem
contact op met een technische dienst als de
motor niet meer opstart.
• Is de Afvoerstop dicht? Als deze niet goed
afgesloten is dan geeft de waterindicator aan dat
er geen water in de afwasautomaat aanwezig is.
De storingsfunctie is nu geactiveerd (Zie
“Technische Ondersteuning”). Reset het
programma, installeer de Afvoerstop op
correcte wijze en herstart het programma.
De afwasautomaat loopt niet vol
• Is de waterafsluitklep (indien geïnstalleerd)
aangezet?
De afwasautomaat lijkt te lang te werken
• Is het water dat naar de afwasautomaat loopt
warm genoeg? De afwasautomaat werkt langer
door het verwarmen van het water.
• Een vertraging komt automatisch bij bepaalde
was- en spoelcycli te voorschijn tot het water
de juiste temperatuur heeft bereikt.
Water blijft in de afwasautomaat achter
• Is de cyclus afgewerkt?
Geuren in de afwasautomaat
• Wordt de vaat slechts elke 2 à 3 dagen
gewassen? Laat één of twee keer per dag een
spoelcyclus lopen tot u een volle lading heeft.
DE VAAT IS NIET HELEMAAL SCHOON
Op de vaat achtergebleven voedselresten
• Is de afwasautomaat op correcte wijze geladen?
Raadpleeg het hoofdstuk “Afwasautomaat
Laden”.
• Is de watertemperatuur te laag? Voor het beste
wasresultaat dient het water bij binnenkomst in
de afwasautomaat een temperatuur van 49°C
(120°F) te hebben.
• Heeft u de juiste hoeveelheid vers
reinigingsmiddel gebruikt? Men raadt aan om
alleen reinigingsmiddelen voor afwasautomaten
te gebruiken. Gebruik voor het beste resultaat
“3 in 1” of “4 in 1” tabletten. Raadpleeg het
hoofdstuk “Gebruik reinigingsmiddel”.
• Zijn de pomp of de spuitarm door de etiketten
van flessen en potten verstopt geraakt?
Controleer altijd of etiketten de spuitarm of de
pomp verstoppen wanneer u flessen of potten
in de afwasautomaat wast.
• Maakt hoog schuim de wasarm langzaam? Maak
nooit gebruik van zeep of wasmiddelen. Maak
alleen van aanbevolen reinigingsmiddelen voor
de afwasautomaat gebruik.
SMETTEN EN VLEKKEN OP DE VAAT
Vlekken en laagjes op de vaat
• Is uw water hard of bevat uw water een hoog
percentage aan mineralen? Door een vloeibaar
spoelmiddel aan de laatste spoeling toe te
voegen helpt u vlekken en laagjes voorkomen.
Houdt de vulling met spoelmiddel vol of maak
gebruik van “4 in 1” tabletten (probeer om het
gebruik van “4 in 1” tabletten samen met een
gevulde spoelmiddel dispenser te voorkomen).
• Is de temperatuur van het water te laag? Voor
het beste wasresultaat dient het water bij
binnenkomst in de afwasautomaat een
temperatuur van 49°C (120°F) te hebben.
OPMERKINGEN:
Probeer een spoeling met witte wijnazijn om
vlekken en laagjes van de vaat te verwijderen.
Deze procedure is alleen voor occasioneel gebruik
bedoeld. Azijn is een zuur en regelmatig gebruik
hiervan kan uw afwasautomaat beschadigen.
1. Was en spoel de vaat. Verwijder al het zilveren
bestek of metalen voorpwerpen.
2. Plaats 1 kopje (250 mL) witte wijnazijn in een
glas of in een afwasautomaat bestendig
maatbekertje op het rek.
3. Laat de afwasautomaat een complete wascyclus
aflopen. Maak geen gebruik van
reinigingsmiddelen. De azijn zal zich met het
waswater mengen.
Het opsporen van storingen
19