8
Ingebruikneming van het apparaat en temperatuurinstelling
Zet het apparaat onder spanning. Indien voorzien brengt u het bacteriewerende filter op zijn plaats aan (zie
het hoofdstuk “Periodiek onderhoud en reiniging van het apparaat”).
De temperaturen om de voedingsmiddelen op de meest geschikte manier te bewaren zijn reeds van tevoren
in de fabriek ingesteld. Bij de eerste inschakeling van het apparaat wordt het geluidssignaal geactiveerd en
knippert het rode lampje (10), omdat de temperatuur in de vriezer nog niet voldoende koud is om de
levensmiddelen erin te plaatsen.
Het geluidssignaal kan uitgezet worden door op de knop (11) op het bedieningspaneel te drukken. Zet de
levensmiddelen pas in de vriezer wanneer het rode controlelampje uit is.
Opmerkingen:
• Het duurt 4/5 uur voordat de temperatuur van het koelgedeelte geschikt is voor het bewaren van de
voedingsmiddelen.
• De omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deuren worden geopend en de plaats van het
apparaat kunnen van invloed zijn op de binnentemperatuur van de twee vakken. De standen van de
thermostaat moeten op basis van deze factoren verschillen.
• De afstand tussen de schappen en de achterste binnenwand van het apparaat zorgt voor een vrije
luchtcirculatie.
• Leg de voedingsmiddelen niet rechtstreeks tegen de achterwand van het koelgedeelte aan.
• Zet geen levensmiddelen in de vakken die nog warm zijn.
• Bewaar vloeistoffen in gesloten houders.
• Het bewaren van groenten die veel water bevatten kan de vorming van condens tot gevolg hebben:
hierdoor wordt de goede werking van het apparaat niet aangetast.
Hoe u de voedingsmiddelen in het koelgedeelte moet
bewaren
Leg de voedingsmiddelen erin zoals getoond op de afbeelding.
1. Gekookt voedsel
2. Vis, vlees
3. Groente en fruit
4. Flessen
5. Boter
6. Zuivelproducten, kaas
Regeling van de temperatuur
De temperatuur is in de fabriek vooringesteld op +5°C
(display 7). Om de temperatuurinstelling te wijzigen drukt u
op de knoppen (8) of (9) op het bedieningspaneel totdat de
gewenste waarde is bereikt.
Instelbare temperatuurlimiet:
• +2°C koudste temperatuur
• +8°C warmste temperatuur
Automatische “Sensor” functie
Als de functie ingeschakeld is dan is het groene lampje (16) aan; het lampje gaat automatisch uit zodra de
juiste temperaturen bereikt zijn.
De werking van de koelkast onderbreken (“Vacation”)
Druk minstens 3 seconden op de knop (5). De temperatuurweergave op het display (7) gaat uit en het
groene lampje (6) gaat branden. Om de werking van de koelkast weer in te schakelen houdt u dezelfde knop
(5) langer dan 3 seconden weer ingedrukt.
Alarmen van het koelgedeelte
Wanneer de deur langer dan 1 minuut open blijft, wordt het geluidsalarm ingeschakeld. Als de deur nog eens
een minuut open blijft, begint het binnenlampje te knipperen. Het lampje gaat 10 minuten na de opening van
de deur volledig uit, terwijl het geluidsalarm actief blijft. Door op de knop van het geluidsalarm (11) te
drukken wordt alleen het geluid uitgeschakeld, terwijl de binnenverlichting zich blijft gedragen zoals
hierboven is beschreven. Om het alarm deur open volledig te verwijderen moet de deur van het apparaat
weer worden gesloten.
Gebruik van het koelgedeelte