13
Voordat u contact opneemt met de Consumentenservice…
De problemen bij het gebruik worden vaak veroorzaakt door kleinigheden die u zelf kunt opsporen en
verhelpen, zonder dat hiervoor enig type gereedschap nodig is.
De geluiden die het apparaat produceert zijn normaal, omdat de ventilatoren en de compressoren voor de
regeling van de werking automatisch worden in- en uitgeschakeld.
Sommige geluiden kunnen worden beperkt:
• door het apparaat waterpas te zetten en het op een vlakke ondergrond te plaatsen
• door ervoor te zorgen dat het apparaat niet in contact komt met andere meubels
• door te controleren of de interne onderdelen correct zijn geplaatst
• door te controleren of de flessen en de pakken elkaar niet raken.
Enkele mogelijke geluiden:
• een gefluit bij de eerste inschakeling van het apparaat of na een lange periode waarin het apparaat niet
gebruikt is.
• een geborrel als de koelvloeistof naar de leidingen gaat.
• een gezoem als de waterklep of de ventilator in werking treden.
• een geknetter als de compressor wordt gestart of als het ijs in de bak druppelt.
• een plotselinge klik als de compressor wordt in- en uitgeschakeld.
Als u de volgende geluiden hoort
...werkt uw product uitstekend!!!
1. Het apparaat werkt niet en de displays zijn uit.
• Is de stroom uitgevallen?
• Zit de stekker goed in het stopcontact?
• Is de tweepolige netschakelaar ingeschakeld?
• Functioneren de beveiligingen van het elektriciteitsnet in uw woning goed?
• Is de voedingskabel beschadigd?
2. De temperatuur in de vakken is te hoog.
• Sluiten de deuren wel goed?
• Staat het apparaat dicht bij een warmtebron?
• Is de temperatuur correct ingesteld?
• Wordt de luchtcirculatie door de ventilatieroosters aan de onderkant van het apparaat gehinderd?
3. Er ligt water op de bodem van het koelgedeelte.
• Is de afvoer van het dooiwater misschien verstopt?
(zie “Periodiek onderhoud en reiniging van het apparaat”).
Opsporen van storingen