Ø Record (opname): het gesprek opnemen.
Ø Mute (zonder geluid): het geluid van de lijn uitschakelen.
Ø Hold (pauze): een gesprek in pauze schakelen.
Ø Add Call (nieuw gesprek): een ander telefoonnummer invoeren en bellen.
Ø End Call (einde gesprek): druk op om het gesprek af te sluiten.
3. Contacten
Met deze functie kunt u door uw contacten bladeren, namen en nummers vastleggen, wijzigen en
verwijderen, in de telefoon en op de simkaart. In de contactenlijst drukt u op 'Contacts' of Call log'
(gesprekkenlijst) of 'Favorites' (favorieten) om tussen deze functies te schakelen.
3.1. Contactenlijst
In de contactenlijst drukt u op de toets [Menu] om de volgende functies te openen:
3.1.1. Zoeken
Contacten zoeken die in de telefoon en op de simkaart zijn opgeslagen, met behulp van
sleutelwoorden.
3.1.2. Contacten weergeven
Bepaal de weergavestijl van de contactenlijst: All contacts with phone numbers (alle
contacten met telefoonnummers), of All Contacts with (alle contacten met) kaart
SIM1/kaart SIM2, telefoon, Customize (persoonlijk).
3.1.3. Import/export
U kunt contacten van de SD-kaart, SIM1 of SIM2 exporteren of importeren. Deel de geselecteerde
contacten via Bluetooth, e-mail of sms.
3.1.4. Accounts
Bepaal accounts en instellingen voor synchronisatie en beheer de contacten.
3.1.5. Instellingen
Bepaal de weergave-instellingen: Sort List by (sorteren op), View contact names as
(weergave contactnamen als).
3.1.6. Per batch verwijderen
Een, meerdere of alle contacten verwijderen
3.2. De contacten weergeven
3.2.1. Een nummer bellen in de contacten
Op het scherm dat de contacten weergeeft, drukt u op het gewenste contact en belt via de kaart
SIM1 of SIM2.
3.2.2. Een bericht verzenden
Op het scherm dat de contacten weergeeft, drukt u op om de berichteninterface te openen, voert
uw bericht in en stuurt het naar het telefoonnummer van uw contact, via kaart SIM1 of SIM2.
4. Gesprekkenlijst
Om de gesprekkenlijst te openen.