Informatie
1.
Veiligheidsvoorschriften
Als u uw telefoon verliest of deze gestolen wordt, moet u dit onmiddellijk melden bij uw provider of de
winkel waar u uw telefoon hebt gekocht, om het gebruik van de SIM-kaart te blokkeren en te voorkomen
dat u de eventueel met uw telefoon gevoerde gesprekken betaalt.
In dit geval moet u het IMEI-nummer van uw telefoon vermelden (op het etiket op de achterkant van de
telefoon of onder de batterij afgedrukt). Schrijf dit nummer op en bewaar het op een veilige plek.
Om uw telefoon in optimale veiligheidsomstandigheden te gebruiken, moet u voorzorgsmaatregelen
nemen door bijvoorbeeld een PIN-code in te stellen voor uw SIM-kaart, zodat gebruik door derden
verhinderd wordt. Als u uw auto verlaat, laat u uw telefoon niet in het zicht liggen; neem hem mee of doe
hem in uw koffer.
2.
Waarschuwingen
Voordat u uw telefoon gebruikt, moet u aandachtig de volgende waarschuwingen lezen om er zeker van te
zijn
dat u hem correct gebruikt.
2.1. Algemene voorzorgsmaatregelen
In een vliegtuig, ziekenhuis of op een andere plek waar het gebruik van een mobiele telefoon verboden
is, moet u uw telefoon uitschakelen om de werking van elektronische en medische apparatuur niet te
storen. In dergelijke omstandigheden moet u de richtlijnen voor het gebruik van een mobiele telefoon
navolgen.
Respecteer de wetten en richtlijnen met betrekking tot het gebruik van mobiele telefoons aan het stuur
strikt. Als u uw telefoon gebruikt terwijl u rijdt, moet u de volgende regels in acht nemen: concentreer u
op het rijden, let op de weg; als de telefoon is uitgerust met een functie 'hands-free', moet u van deze
functie gebruik maken om gesprekken te voeren; als de rijomstandigheden gevaarlijk zijn, zet u het
voertuig stil voordat u een gesprek aanneemt/voert.
Als u zich in de nabijheid van een locatie bevindt waar brandstoffen, chemische producten
of explosieven worden opgeslagen, moet u de geldende wetten, richtlijnen en borden volgen.
Bewaar de telefoon, de batterij en de oplader buiten bereik van kinderen, ze zouden ze als
gereedschap kunnen gebruiken en zich verwonden.
Het gebruik van batterijen, opladers en accessoires anders dan die van de oorspronkelijke fabrikant kan
uw telefoon beschadigen. Het gebruik van andere batterijen of opladers kan een vloeistoflek,
oververhitting, explosie, brand of storing van de batterij veroorzaken.
Gebruik de telefoon niet in de nabijheid van elektronische precisieapparatuur of apparatuur die zwakke
signalen uitgeeft. De interferentie die door de draadloze golven wordt gecreëerd kan storing
veroorzaken.