BINQUE DAIL Y BINQUE DAIL Y
11 10
Let op!
• Zet de kinder wagen altijd op de parkeerrem als de
kinder wagen stilstaat.
• Controleer altijd of de k inderwagen op de par keerrem
staat voordat u de kinder wagen loslaat.
• Gebruikdeparkeerremnooittijdenshetrijden.
Parkeerremverg rendelen:
1. Duw met uw voet de parkeer rem (het pedaal) tussen de
achterwielen naar beneden.
2. Duw even tegen de kinder wagen om te controleren of
de parkeerrem geactiveerd is.
Parkeerremontgr endelen:
• Duwde parkeerremtussende achterwielenomhoogom
deze te ontgr endelen.
2.7 Boodschappenmand
Boodschappenmand verwijderen:
Bij aevering is de boodschappenmand bevestigd aan het
frame .
• Open beide ritsen en haal de boodschappenmand van
het frame.
Tip: U kunt de boodschappenmand vervangen door een
andere kleur boodschappenmand, deze is verkrijgbaar
als accessoire (zie hoofdstuk 8.4).
Boodschappenmand bevestigen:
1. Leg de boodschappenmand met de brede kant naar
achteren onder de kinder wagen (zie g . 18).
2. Vouw de stoering aan de achterzijde om de daar voor
bestemde dunne verbindingsstang en sluit de rits (zie
g. 19).
3. Vouw de sto ering aan de voorzijde om de daar voor
bestemde dunne verbindingsstang en sluit de rits (zie
g. 20).
3 Gebruik van de reiswieg (optioneel)
3.1 V óór het eerste gebruik (reiswieg)
Levensgevaar!
• V er wijder alle voorwerpen uit de reiswieg (zoals
bijvoorbeeld kussens en knueldieren) die kunnen
leiden tot verstikking of wurging.
• Controleer voor gebruik of de reiswieg goed bevestigd
is op het frame.
• Plaats de reiswieg nooit op een standaard . Deze
reiswieg is niet gemaakt voor gebruik in combinatie
met een standaard.
• Plaats de r eiswieg nooit op een verhoging zoals
bijvoorbeeld een tafel of een bank.
• Houd de reiswieg uit de buur t van loshangende
snoeren, draden en koorden in v erband met kans op
vallende voorwerpen, wurging en verstikking.
• Gebruik de reiswieg niet als autozitje. Gebruik een
goedgekeurd autostoeltje v oor het vervoeren van uw
kind in een auto.
W aarschuwing!
• Gebruik de reiswieg niet als uw kind zelfstandig kan
zitten, of wanneer uw kind te beweeglijk wordt.
• Zet dekaphelemaalr echtopv oordatu der eiswiegoptilt.
• Laatuwk indnooitzondertoezichtinofmetdereiswieg
achter .
• Laat geen andere kinderen zonder toezicht in de buur t
van de reiswieg spelen.
• Plaats de reiswieg op een vlakke, stabiele en stroeve
ondergrond .
• Vouw de kinderwagen nooit op wanneer de reiswieg
bevestigd is op het frame.
• Haal uw kind uit de reiswieg als u de reiswieg optilt,
verplaatst of draagt.
• Denkomuwhoudingalsudereiswiegdraagt.Houduw
rug recht en uw knieën licht gebogen.
• Plaats de reiswieg buitenshuis altijd in de schaduw .
Bescherm de gevoelige huid van uw kind ook in de
schaduw tegen UV-straling. Gebruik bijvoorbeeld
zonnebrandcrème en beschermende kleding.
• Gebruik de binnenstoering van de reiswieg nooit
afzonderlijk van de reiswiegbak.
• Gebruikdereiswiegalleeninhorizontalepositie.
Let op!
• Hanggeen speelgoedaan koordjesin ofaan der eiswieg.
• Controleerregelmatig of uwk ind hetniet te warmof te
koud heeft.
• Controleerhethandvat endeonderkantvandereiswieg
regelmatigopschadeen/ofslijtage.
Let op!
• Stel dehoogte van de 5-puntsveiligheidsgor del altijd in
op de grootte van uw kind. Hoe gr oter uw kind, hoe
hoger de schoudergordel in de zitting geplaatst dient te
worden.
• Stel de diepte van de 5-puntsveiligheidsgordel altijd in
op de grootte van uw kind. Hoe kleiner uw kind, hoe
verder de kruisgordel in de zitting geplaatst dient te
worden.
• Stel de lengte van de 5-puntsveiligheidsgordel altijd in
op de grootte van uw kind. Gebruik hiervoor de
schuifgespenaande5-puntsveiligheidsgor del.
• Voorkomdat debanden vande 5-puntsveiligheidsgordel
gedraaid zijn.
Tip
• De 5-puntsveiligheidsgordel heeft D-ringen aan de
heupgordels. Hieraan kan indien gewenst een extra
gordelset of tuigje bevestigd wor den.
• Schuifde schouderpadsvande schoudergordels over de
schuifgespen, dit is comfortabel voor uw kind.
5-Puntsveiligheidsgor delvergrendelen(zie g . 13):
Alle sluitingen van de 5-puntsveiligheidsgordel zijn geopend .
1. Zet de k inderwagen op de parkeer rem.
2. Zet uw kind in de k inderwagen.
Let op! Zor g dat de band van de heupgordel altijd achter
de rug van uw kind langs loopt en aan de voork ant
bevestigd is.
3. Plaats uw kind met één been aan elke k ant van de
kruisgordel.
4. Plaats deschoudergor delsover deschouders vanuw kind.
5. Klik de gordelclip aan één k ant van de heupgor del in de
centrale gordelverg rendeling aan de kruisgordel.
6. Klik daarna de gordelclip aan de andere k ant van de
heupgordel in de centrale gordelver grendeling aan de
kruisgordel.
7. Maakdekruisbandstoering openen sluitdedrukknoop
daarna in het midden van de centrale gordel-
vergr endeling (zie g. 14).
Let op: Zorg dat de centrale gor delvergrendeling altijd
afgedektisdoordekruisbandstoering.
8. Controleer of de 5-puntsveiligheidsgordel goed vastzit
door er even aan te trekken.
9. T rek de schoudergordels , heupgordel en kruisgordel strak
met behulp van de schuifgespen aan de gordelbanden.
5-Puntsveiligheidsgor delontgrendelen(zieg .15):
1. Druk met uw duim en wijsvinger de gordelclip aan één
kant van de heupgordel in en haal de gordelclip uit de
centrale gordelverg rendeling.
2. Herhaal stap 1 voor de andere kant.
Tip: D eheup -& schoudergordel kunnen aanelk aar vast
blijven zitten.
2.5 Zwenkwiel ver -/ontgrendelen (zie g. 16)
Tip
• De vergrendelde stand is er g handig om met de
kinder wagen door zand en over oneen t errein te
kunnen rijden.
• Met het z wenkwiel in de ontgrendelde stand heeft de
kinder wagen een zeer kleine draaicirkel, dit is erg handig
als u bijvoorbeeld aan het winkelen bent.
Zwenkwiel vergrendelen:
• Schuif de z wenkwielvergr endeling op het z wenkwiel
omhoog.
Het zwenkwiel is in vergrendelde stand zodr a u met de
kinderwagen gaat rijden.
Zwenkwiel ontgrendelen:
• Schuif de z wenkwielvergr endeling op het z wenkwiel
omlaag om deze te ontgr endelen.
Het z wenkwiel kan nu vrij bewegen.
2.6 Parker en met de parkeerrem (zie g. 17)
W aarschuwing!
• Laat uw kind nooit zonder toezicht in of met de
kinder wagen achter , ook niet als de par keerrem
geactiveerd is.
• Zet dekinder wagen opde parkeerrembijelke handeling
waarbij de kinder wagen stilstaat (bijvoorbeeld als u uw
kind in de k inderwagen zet of uit de kinder wagen haalt).
V oorzichtig!
• Een gladdeof steile ondergrondk an dewerk ing vande
parkeerrem negatief beïnvloeden.
• Laat de kinder wagen niet stilstaan op gladde vloeren
(zoals bv . parket, linoleum en laminaat). Het rubber van
de banden kan op deze ondergrond een chemische
reactie veroorzaken en kleursporen achterlaten. Plaats
een stuk kar ton tussen de banden en de onderg rond om
dit te voorkomen.