bizhub C287/C227 Inhoud-5
3.7 Werken met de begeleidingsfunctie....................................................... ..................................... 3 - 7 1
3.7.1 Begeleidings scherm........... .............. .............. .............. ................ .............. .............. ............... ..........3-71
Hulp op het scherm dat momenteel wordt weer gegeven:................. .............. ................. .............. . 3-71
Hulp verkrijgen op de gewenste functie of procedure: ........... ................. .............. ................. ......... 3-73
Help-menulijst .............................................................................. ............................................. ....... 3-75
3.8 De functie [Snelle beveiliging] gebruiken ....................................................... ............................ 3-76
3.8.1 [Snelle beveiliging] ........................................... ............................................................................ .....3-76
Vereiste instellingen ........................................................................ ....................... ................. ......... 3-76
4 Geavanceerde functies
4.1 Geavanceerde functies gebruiken ............................. ................................................................... 4-3
4.1.1 Wat zijn geavance erde functies? ............. ................. .............. .............. ................. .............. .............. .4-3
4.1.2 Koppelen aan toepassing ............. .............. .............. .............. ................. .............. ......................... ....4-4
4.1.3 De licentie voor i-Option registreren ............. .............. .............. .............. .............. .............. ...............4-4
Voorbereidende processtroom ................ .............. .............. ................. .............. .............. ........... ...... 4-5
De i-Option-functie a ctiveren ............................................................. .......................................... ...... 4-6
De licentie voor i-Option registre ren ............................. .............. .............. .............. ............... ........... 4-7
De i-Option-functie me t de licentie activeren (Beheerder)............................................................... 4-10
Elke functie configureren ......................... .............. .............. .............. .............. ................. ........... .... 4-11
4.2 De webbrowserfunctie gebru iken ........... .............. ................. .............. .............. .............. ........... 4 - 1 2
4.2.1 Vereiste instellingen en procedures ................................................................. ............................... ..4-12
Voorbereidende processtroom ................ .............. .............. ................. .............. .............. ............... 4-12
Bewerkingsstroom ........................ .............. .............. .............. .............. .............. .............. .............. . 4-13
De webbrowserfunctie inschakelen ................................................................................................. 4-13
De licentie registreren ........ .............. .............. .............. .............. .............. ................ ........................ 4-14
De webbrowserfunctie inschakelen met de licentie ........................................................................ 4-16
De webbrowser starten ............................................................................................... ..................... 4-20
Webpagina's weerg even....................... .............. .............. .............. .............. .............. ..................... 4-20
De momenteel weergegeven pagina of het gekoppelde bestand afdrukken ......................... ......... 4-21
5 Problemen oplossen
5.1 Voornaamste beri chten en oplossin gen .................. .............. .............. ................ ............... .......... 5-3
5.1.1 Wanneer een bericht verschijnt voor het vervangen van verbruiksmaterialen of
het uitvoeren van een reiniging ................ .............. ................. .............. ................. .............. .............. .5-3
5.1.2 Wanneer een bericht ove r een papierstoring blijft terugkeren ............................ .............. ................. .5-4
5.1.3 Als een foutbericht verschijnt............. .............. .............. ................. .............. .............. .............. ..........5-4
5.1.4 Wanneer [Bezig m et stabiliseren van beeld.] verschijnt.......... .............. ................. .............. ...............5-5
5.2 Wanneer de afdrukkwaliteit is vermin derd ................................................................................... 5-6
5.2.1 Het printkopglas reinigen ...................... ................. .............. .............. ................. ............................ ....5-6
5.3 Wanneer de machine niet kan worden ingeschakeld.................................................................. 5-8
5.4 Wanneer het tiptoets scherm niet zi chtbaar is ................ .............. ................. .............. .............. .. 5-9
5.5 Wanneer een bericht verschijnt voor het vervangen van verbruiksmaterialen of
het uitvoeren van een reiniging ....................... .............. ................. .............. .............. ................. 5-10
Wanneer de nietjes in de afwerkingseenheid op zijn ........ .............. .............. .............. ................. .... 5-10
Als de perforeerafvalbox vol is....................... .............. ................ .............. .............. ........................ 5-11
Wanneer de toner in de tonercartridge op r aakt ......... ................ .............. ................. .............. ....... 5-11
Wanneer het tijd is om een tonercartridge te vervangen ................ ................. .............. ................. . 5-12
Wanneer het tijd is om een drumeenheid te vervangen .............. ................. .............. ................. .... 5-12
Wanneer het tijd is om een ontwikkelingseenheid te vervan gen .................. .............. .............. ....... 5-13
Wanneer het tijd is om een imagingeenheid te vervangen ................... .............. ................. ............ 5-13
Wanneer een tonerafvalba k vol is ......... .............. .............. .............. ................. .............. .................. 5-14
5.5.1 Een tonercartrid ge vervangen ............ .............. .............. .............. .............. ................. ......................5-15
5.5.2 Een tonerafvalbak verva ngen...................... ................. .............. .............. ................ .........................5-17
5.5.3 Een drumee nheid vervangen ................ .............. ................. .............. .............. .............. ................. ..5-18
5.5.4 Een nietjescartridge vervangen ..... .............. .............. .............. ................. .............. ...........................5-19
Afwerkingseenheid FS-534/Afwerkingseenheid FS-5 34 SD ........................ .............. ................. .... 5-19
Afwerkingseenheid FS-533 ...................... ................. .............. .............. .............. .............. ............... 5-20
5.5.5 Een rugnietcartridge vervangen ............ .............. .............. .............. .............. .............. ................. .....5-21
Afwerkingseenheid FS-534 SD ................... ......................... .............. .............. .............. .................. 5-21