66
Opnamemenu
Beeldgrootte en -kwaliteit worden ingesteld in sectie 1 van het opnamemenu (blz. 64). De instellingen
verschijnen op de monitor.
S
S: 1504 x 1000 (Small - Klein)
De beeldgrootte heeft invloed op het aantal pixels van een beeld. Hoe groter het beeld, des te groter
is het bestand. Kies de beeldgrootte op basis van het uiteindelijke gebruik van het beeld - kleinere
beelden zijn geschikter voor websites, terwijl grotere formaten geschikt zijn om kwaliteitsprints te
maken.
De beeldkwaliteitsinstelling is bepalend voor het bestandstype en de compressieverhouding. RAW is
een bestandsformaat voor hoge kwaliteit. De standen extra fijn, fijn en standaard produceren JPEG-
bestanden in verschillende compressieverhoudingen. Hoe hoger de beeldkwaliteit, des te lager is de
compressieverhouding en des te groter is het bestand. Is economisch ruimtegebruik op de kaart van
belang, gebruik dan de standaard stand. De optie RAW & JPEG maakt twee beeldbestanden tegelijk
aan, een groot RAW bestand en een fine kwaliteit JPEG bestand met een beeldgrootte die in het menu
kan worden bepaald. De beeldbestanden worden opgeslagen met dezelfde bestandsnaam, maar met
verschillende extensies (blz. 126).
In de stand voor RAW beeldkwaliteit wordt de beeldgrootte ingesteld op Large en kan niet worden
veranderd. De beeldgrootte verschijnt niet op de monitor. De vergrote weergave en de printfuncties
kunnen niet worden gebruikt.
Anders dan bij de andere kwaliteitsstanden is RAW beeldinformatie onbewerkt en moet worden
bewerkt voordat ze verder kan worden gebruikt. Voor het verwerken van RAW bestanden hebt u de
DiMAGE Viewer software of de als extra leverbare DiMAGE Master software nodig.
Extra fine: JPEG beeld
Fine: JPEG beeld
Standard: JPEG beeld
X.FIN
FINE
STD.
BEELDGROOTTE (IMAGE SIZE) EN BEELDKWALITEIT (IMAGE QUALITY)
RAW beeld
RAW
RAW & JPEG beeld
RAW+
L
L: 3008 x 2000 (Large - Groot)
M
M 2256 x 1496 (Medium)
67
Extra fine
Fine
Standard
292
463
S: 1504 x 1000
Extra fine
Fine
Standard
1,6 MB
850 KB
540 KB
Globale bestandsgrootten
De opnameteller geeft bij benadering het aantal beelden dat op de
geheugenkaart van de camera kan worden opgeslagen bij gebruik
van de op dat moment geldende instellingen voor beeldgrootte en
-kwaliteit. Worden de instellingen veranderd, dan past de teller
zich aan. De berekeningen zijn gebaseerd op gemiddelde
bestandsgrootten; daardoor kan het gebeuren dat de teller na een
opname niet of juist met meer dan 1 verspringt. Staat de teller op
nul, dan kunnen bij de geldende grootte- en kwaliteitsinstellingen
geen foto’s meer worden opgenomen. Door de instellingen te ver-
anderen is het misschien mogelijk toch nog beelden op de geheu-
genkaart op te slaan.
Camera-info
Het aantal beelden dat u op een geheugenkaart kunt opslaan wordt bepaald door de capaciteit van
de kaart en de bestandsgrootte van de opnamen. Op één geheugenkaart kunnen beelden van uiteen-
lopende beeldgrootte worden opgeslagen. De werkelijke bestandsgrootte wordt bepaald door de
inhoud van het beeld. Opnamen met veel details kunnen minder sterk worden gecomprimeerd dan
andere.
RAW –
RAW –
M: 2256 x 1496
8,3 MB
1,7 MB
1,0 MB
–
5,9 MB
8,0 MB
1,8 MB
8,6 MB
L: 3008 x 2000
Globaal aantal beelden dat kan worden opgeslagen op een 256 MB geheugenkaart.
72
141
235
–
41
81
138
26
Opnameteller
Opent u een RAW bestand met DiMAGE Viewer, dan verschijnt de filterschuif, beschreven in de
gebruiksaanwijzing, niet op het RAW verwerkingsscherm. De schuif voor kleurtoon komt ervoor
in de plaats.
DiMAGE Viewer info
157