Nummergeheugen
De Phoenix beschikt over een geavanceerd nummergeheugen.
In dit geheugen kunt u telefoonnummers opslaan die u regelmatig
gebruikt. Behalve het nummer kunt u ook de bijbehorende naam
opslaan. Als u gebruikmaakt van NummerWeergave, verschijnt behal-
ve het telefoonnummer ook de naam van de beller in het display.
Opgeslagen telefoonnummers kunt u bellen zonder het telefoon-
nummer in te toetsen.
. Letters invoeren
Als u een naam en telefoonnummer wilt opslaan (zie paragraaf .)
of als u een opgeslagen naam wilt wijzigen (zie paragraaf .), kunt u
met de cijfertoetsen ook letters invoeren. De letters staan op de toet-
sen afgebeeld. Als u één keer op een cijfertoets drukt, dan voert u de
eerste letter van de toets in. Als u keer op de cijfertoets drukt, voert u
de tweede letter van de toets in, enzovoort. Druk dus keer op 2 voor
de letter
C
. Met 0 kunt u spaties invoeren. Met wist u de letter
links van de cursor. U wist de hele naam door ingedrukt te houden.
Hoofdletters en kleine letters
In de standaardinstelling voert u hoofdletters in. Als u kleine letters
wilt invoeren, drukt u in het invoerscherm één keer op F. Als u nog
een keer op F drukt, voert u weer hoofdletters in.
Cijfertoetsen en letters
1 # &’ ( ) *, - . /
2 A B C Ä À Å Æ Ç
3 D E F Ë É È Ê
4 G H I Ï Î
5 J K L
6 M N O Ö Ñ Ó Õ Ø
7 P Q R S (ß alleen bij kleine letters)
8 T U V Ü Ú Ù Û
9 W X Y Z
0 spatie
Naar de vorige positie.
Tekens wissen.
Naar de volgende positie.
F Wisselen tussen hoofdletters en kleine letters.