Wachtstand en doorverbinden
Voor de functies wachtstand en doorverbinden maakt uw huis- of
bedrijfscentrale gebruik van flashsignalen of van aardsignalen.
U kunt alleen gebruik maken van deze functies als uw telefoon van
dezelfde signalen gebruik maakt als de centrale. Omdat de Phoenix
gebruik maakt van flashsignalen, functioneert de Phoenix
alleen in combinatie met een huis- of bedrijfscentrale die ook met
flashsignalen werkt. Als uw centrale met aardsignalen werkt, dan
kunt u met de Phoenix geen gebruik maken van de functies
wachtstand en doorverbinden. Als uw huis- of bedrijfscentrale met
flashsignalen werkt, kunt u de wachtstand inschakelen en doorver-
binden door op R te drukken. Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing
van uw huis- of bedrijfscentrale.
Kiestoonpauze instellen
Als de Phoenix is aangesloten op een huis- of bedrijfscentrale,
moet u in sommige gevallen een kiestoonpauze invoegen. In de stan-
daardinstelling duurt de kiestoonpauze seconden. Eventueel kunt u
een langere kiestoonpauze instellen.
> De handset is ingeschakeld.
Druk op F.
Blader met of naar
Programmeren
.
Druk op .
Blader met of naar
Instellen Basis
.
Druk op .
> In het display verschijnt
Invoer Commando
.
Toets code 3 in.
> In het display verschijnt 3
- - - -
.
Toets de pincode van het basisstation in (zie paragraaf .).
De standaardpincode is 0000.
Toets code 3 in.
> In het display verschijnt achter
de huidige instelling: 1 voor
een kiestoonpauze van seconden of 2 voor een kiestoonpauze
van seconden.
Toets de code van de gewenste instelling in: 1 voor een kies-
toonpauze van seconden of 2 voor een kiestoonpauze van
seconden.
Druk op .
> U hoort een toonsignaal. De handset keert terug naar het scherm
Instellen Basis
. De kiestoonpauze is ingesteld.
Druk op C om terug te keren naar de ruststand.
OK
OK
OK