27
5 Nummergeheugen
De Santiago 300 heeft een geheugen voor 15 telefoonnummers.
U kunt 10 telefoonnummers opslaan in het nummergeheugen
van de handset en 5 in het nummergeheugen van het basissta-
tion. Telefoonnummers die zijn opgeslagen in het nummergeheu-
gen van de handset kunt u alleen bellen vanaf de handset.
Hetzelfde geldt voor telefoonnummers die zijn opgeslagen in het
nummergeheugen van het basisstation.
5.1 Nummergeheugen van handset
Telefoonnummers opslaan in handset
In de handset kunt u 10 telefoonnummers opslaan onder de
geheugenplaatsen 0 tot en met 9. De telefoonnummers mogen uit
maximaal 22 tekens bestaan, inclusief ?, / en eventuele kies-
toonpauzes en flashsignalen.
1 Pak de handset van het basisstation.
2 Druk op de handset op .
> Het groene controlelampje knippert.
3 Toets op de handset het gewenste telefoonnummer in. Als u
een verkeerd nummer intoetst, kunt u op drukken om
het programmeren af te breken.
4 Druk op .
5 Toets op de handset het cijfer in van de gewenste geheugen-
plaats (0-9).
> U hoort een lang toonsignaal. Het telefoonnummer is opge-
slagen.
Let op!
Als u een telefoonnummer opslaat op een geheugenplaats die al
in gebruik was, wordt het oude telefoonnummer overschreven.
Opgeslagen telefoonnummers van handset bellen
1 Pak de handset van het basisstation.
2 Druk op .
3 Wacht op de kiestoon.
4 Druk op de handset op .
5 Toets op de handset het cijfer in van de gewenste geheugen-
plaats (0-9).
VK
VK
PROG
PROG