16
4 Telefoneren: extra functies
4.1 Belsignaal instellen
U kunt het volume van het belsignaal van de Orlando 70V instellen
op zacht of hard. U kunt ook het belsignaal uitschakelen, bijvoor-
beeld als u niet gestoord wilt worden door de telefoon. U kunt zowel
het belsignaal van de handset als van het basisstation instellen.
Belsignaal handset instellen
1 Druk kort op .
2 Druk op ?.
3 Druk nogmaals kort op .
4 Druk de gewenste code in: 0 (belsignaal uit), 1 (zacht) of 2
(hard). De standaardinstelling is 2.
5 Druk kort op .
> U hoort een lang toonsignaal. Het belsignaal is ingesteld.
Opmerking
Als u het belsignaal van de handset hebt uitgezet, zal de handset
toch een zacht belsignaal geven als de handset door het basissta-
tion wordt opgeroepen (zie paragraaf 4.4, Communicatie tussen
basisstation en handset).
Belsignaal basisstation instellen
1 Druk kort op .
2 Druk op ?.
3 Druk op ".
4 Druk de gewenste code in: 0 (belsignaal uit), 1(zacht) of 2
(hard). De standaardinstelling is 2.
5 Druk kort op .
> U hoort een lang toonsignaal. Het belsignaal is ingesteld.
4.2 Nummergeheugen
De Orlando 70V heeft een geheugen voor 10 telefoonnummers.
U kunt deze telefoonnummers opslaan onder de geheugenplaatsen
0 tot en met 9. Vervolgens kunt u de opgeslagen telefoonnummers
bellen zonder het telefoonnummer in te toetsen. De telefoonnum-
mers mogen uit maximaal 16 tekens bestaan, inclusief *, # en
eventuele kiestoonpauzes.
VK/CH
VK/CH
VK/CH
VK/CH
VK/CH