21
Let op!
Als u het NummerWeergave-geheugen inschakelt, kunt u het
NummerWeergave-geheugen bedienen met de toetsen tot en
met . U kunt deze toetsen dan niet meer gebruiken als geheu-
gentoets. De gewijzigde functies staan aangegeven op de achter-
kant van de notitiekaart voor het nummergeheugen. Het is ver-
standig om deze notitiekaart om te draaien.
1 Druk op .
2 Druk op c.
3 Toets code 9 in.
> In het display verschijnt P9=1=P.
Het knipperende cijfer geeft de huidige instelling aan.
4 U hebt 3 mogelijkheden:
– Toets 1 in als u niet wilt dat weergegeven telefoonnum-
mers worden opgeslagen.
– Toets 2 in als u wilt dat weergegeven telefoonnummers
alleen worden opgeslagen wanneer u de telefoon niet
opneemt.
– Toets 3 in als u wilt dat weergegeven telefoonnummers
altijd worden opgeslagen.
5 Druk op c.
> U hoort een toonsignaal. Het NummerWeergave-geheugen is
ingesteld.
6 Druk op .
Opgeslagen telefoonnummers bekijken en terugbellen
1 Druk op .
> In het display verschijnt het laatste opgeslagen telefoon-
nummer.
2 Blader met of naar het gewenste telefoonnummer.
3 Neem de hoorn op.
4 Druk op .
> Het telefoonnummer wordt gebeld. Na een paar seconden
verschijnt de gesprekstijd in het display.
Opgeslagen telefoonnummer opslaan onder geheugentoets of op
geheugenplaats
1 Druk op .
2 Druk op c.
KIES
><
NW
M10
M6