194
Stap 6: Indien u een stil alarm gebruikt met ontvangst-
beves
tiging, moet u ook nog een ontvangstbevesti-
gingscode
programmeren.
Stap 7: Wijs de alarmlus toe aan de gewenste alarmfunctie.
Dagelijks gebruik:
Stap 8: Schakel het alarm in of uit.
9.3.2 Intern alarm
Indien deze alarmfunctie is ingeschakeld, zullen in alarm-
situaties alle toestellen in huis bellen. Op toestellen waarop
een belsignaal klinkt als gevolg van een oproep zal het bel-
signaal veranderen in een alarmsignaal. Voert iemand een
gesprek ten tijde van het alarm, dan hoort hij/zij een
waarschuwingstoon door het gesprek heen. U kunt een of
meerdere toestellen uitschakelen van het interne alarm. Het
interne alarm kan aan de externe (stil) alarmfuncties worden
toegevoegd. De werking is dan gelijk aan hetgeen hieronder
is beschreven.
Toestel(len) uitschakelen van het interne alarm
Bij een intern alarm gaan standaard alle toestellen bellen.
U kunt echter een of meerdere toestellen uitschakelen van het
interne alarm. Er moeten echter twee toestellen over blijven
waarop intern alarm belt. Dat kan uitsluitend vanaf toestel 11,
dus met toegangscode 99 .
Om een toestel uit te schakelen van het interne alarm kiest u:
99 781 / {
_
.
U kunt de uitschakeling van het toestel weer ongedaan
maken door te kiezen:
99 780 / {
_
.
Om alle uitgeschakelde toestellen weer aan het interne alarm
de koppelen kiest u:
99 7801?/ {
_
.
Pin
ToestelPin
ToestelPin
Pin