WisselGesprek in- of uitschakelen
Bij aflevering staat WisselGesprek op de Quattrovox ingeschakeld.
De Quattrovox is standaard zo ingesteld dat u iedere seconden de
waarschuwingstoon hoort waarmee u geattendeerd wordt op een
tweede oproep.
Per poort kunt u WisselGesprek in- of uitschakelen. Dat doet u door
per poort de waarschuwingstoon te wijzigen, nadat u uw pincode
heeft ingetoetst. Daarbij hebt u de keuze uit:
– WisselGesprek uitschakelen. U kiest voor ‘geen waarschuwings-
toon’. De beller hoort dan een bezettoon.
– WisselGesprek inschakelen met een éénmalige waarschuwings-
toon, voor als u verder niet gestoord wilt worden door de waar-
schuwingstoon tijdens het gesprek. De beller hoort de telefoon
overgaan.
– WisselGesprek inschakelen met een waarschuwingstoon iedere
seconden, voor als u herinnerd wilt worden aan de wachtende
beller. De beller hoort de telefoon overgaan.
WisselGesprek uitschakelen in combinatie met fax/modem
Wanneer u op één van de poorten van de Quattrovox een fax of
modem hebt aangesloten, is het aan te raden WisselGesprek voor
de poort waarop de fax is aangesloten uit te schakelen. Dat doet u
door de waarschuwingstoon uit te schakelen. De beller ontvangt
dan een bezettoon, wanneer de poort in gebruik is. Op die manier
voorkomt u dat de fax- of modemverbinding wordt verstoord, wan-
neer er een tweede oproep binnenkomt.
Daarnaast is het aan te raden de poort waarop uw fax of modem is
aangesloten in te stellen op externe kiestoon, zodat u voor een fax-
of modemverbinding altijd direct een buitenlijn kiest (zie paragraaf
., Buitenlijn of binnenlijn instellen).
Let op!
Hebt u een nummer op twee poorten geprogrammeerd en schakelt u
WisselGesprek op één van beide poorten uit, dan kunt u nog steeds
via de andere poort een tweede oproep ontvangen als u op de eerste
poort in gesprek bent. De beller krijgt dan geen bezettoon te horen.
Wordt u vaak gebeld, en wilt u voorkomen dat gebruikers van andere
poorten uw telefoontjes aan moeten nemen als u in gesprek bent,
dan kunt u ook per nummer instellen of een tweede oproep mogelijk
is (zie . Tweede oproep onderdrukken voor bepaald ISDN-nummer),
of u programmeert het nummer op één poort (zie paragraaf .,
Telefoonnummers toekennen aan gebruikers).