Gebeld worden
. Belsignaal instellen
Wanneer u wordt gebeld geven alle telefoontoestellen standaard
hetzelfde belsignaal, dat herkenbaar is aan een vast ritme.
Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen een interne en een
externe oproep.
Wilt u een interne of externe oproep herkennen, dan kunt u per
poort naast een extern belsignaal ook een intern belsignaal instellen
(zie tabel ). Hierbij heeft u uw pincode nodig. Bij een interne
oproep krijgt u dan een belsignaal met een ander ritme te horen.
Let op!
– Controleer altijd of een aangesloten telefoontoestel reageert,
wanneer u ook het interne belsignaal heeft ingesteld. Alle tele-
foontoestellen zijn ontworpen om een extern belsignaal te ont-
vangen, maar niet alle telefoontoestellen kunnen ook een afwij-
kend intern belsignaal ontvangen. Raadpleeg hiervoor
eventueel de gebruiksaanwijzing van het telefoontoestel.
– Wilt u op basis van het belsignaal kunnen herkennen op welk
nummer u wordt gebeld, wijs dan uw nummers toe aan
verschillende poorten van de Quattrovox (zie paragraaf .,
Telefoonnummers toekennen aan gebruikers).
Belsignaal wijzigen
> U wilt op een bepaalde poort zowel een extern als een intern
belsignaal instellen.
Sluit een toontoestel (TDK) aan op één van de poorten van de
Quattrovox.
Neem de hoorn op.
> U hoort een kiestoon.
Druk op de flash-toets.
> U hoort de kiestoon van de binnenlijn.
Toets in: ?87?(pincode)/.
> U hoort een acceptatietoon als de pincode is geaccepteerd.
Toets in: ?84? (poortnummer 1, 2, 3 of 4), (nummer
voorkeur belsignaal: intern/extern belsignaal hetzelfde = 0,
onderscheid tussen extern en intern belsignaal = 1)/.
> U hoort een acceptatietoon als de programmering is geslaagd.