KRT706510 NL
Copyright © 2019 VARO P a g i n a | 6 www.varo.com
7 AANVULLENDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR
BATTERIJEN
▪ Vervang bij het verwisselen van batterijen altijd de complete set. Gebruik geen oude en
nieuwe batterijen door elkaar.
▪ Vermijd kortsluiting van verwijderde batterijen.
▪ Bewaar batterijen niet op plaatsen waar de temperatuur boven de 50 °C kan stijgen, bijv.
in een in de zon geparkeerde auto.
▪ Verbrand batterijen niet.
▪ Probeer nooit om batterijen te openen.
▪ Mocht er lekkage aan batterijen optreden, verwijder de vloeistof zorgvuldig met een doek.
Vermijd huid- of oogcontact. Niet inslikken. Mocht de batterijvloeistof op de huid of in de
ogen komen, spoel dan gedurende minimaal 10 minuten met stromend water en
raadpleeg direct een arts.
8 VOOR HET GEBRUIK
8.1 Beschrijving van de knoppen en hun functies (Fig. 1)
▪ AAN/ON- en meetknop (1): druk iets langere tijd op de knop om het instrument in te
schakelen. Duw kort op deze knop om in de modus enkelvoudige meting te komen. Duw
er lang op om in de modus continue metingen te komen.
▪ Exit- en UIT/OFF-knop (2): duw er kort op om de huidige meetmodus te verlaten. Druk er
langer op om het instrument uit te schakelen.
▪ Knop voor de meetwaardenhistoriek (3): bewaart de laatste 30 metingen. Duw er kort op
om de historiek te bekijken, duw er langer op om de historiek te verwijderen.
▪ Meetreferentie- en meeteenheidsknop (4): duw er kort op om de meetreferentie in te
stellen (achterkant van het instrument, voorkant, middelpunt van de koperen ¼”-moer).
▪ Optel- en aftrekknoppen (5): druk er kort op om de optel- of aftrekfunctie te kiezen.
▪ Knop voor indirecte metingen (6): druk er kort op om respectievelijk de enkelvoudige
Pythagoras-modus, dubbele Pythagoras-modus met optelling en dubbele Pythagoras-
modus met aftrekking te kiezen.
▪ Functiekeuzeknop (7): druk er kort op om respectievelijk de oppervlaktemodus,
volumemodus, driehoeksoppervlaktemodus, rechthoekigtrapeziumoppervlaktemodus en
optelmodus van oppervlakken te selecteren.
8.2 Beschrijving van de iconen op het kleurenscherm (Fig. 2)
▪ A: weergave horizontale en verticale hoek
▪ B: weergave sterkte lasersignaal
▪ C: visualisatie van de meetreferentie
▪ D: weergave laserstraal actief
▪ E: weergavebereik van de huidige functiemodus
▪ F: weergave van de optel- of aftrekstatus
▪ G: weergave van batterijstatus
▪ H: weergavegebied meetwaarden
▪ I: weergave van de automatische hoekmeting
▪ J: weergave huidige meting
8.3 Aandachtspunten
▪ Richt dit instrument niet naar de zon of andere intense lichtbronnen; dit zal zorgen voor
foute of onnauwkeurige meetresultaten.
▪ Gebruik het instrument niet in vochtige, stoffige en andere ruwe omgevingen. Langdurige
blootstelling aan ongunstige omstandigheden zal de interne onderdelen van deze
laserafstandsmeter beschadigen of onnauwkeurige meetresultaten opleveren.