10
INSTALLATIE
TECHNISCHE INSTRUCTIES BESTEMD VOOR DE INSTALLATEURS
De installatie, alle afstellingen, de veranderingen en het onderhoud waarover sprake in dit gedeelte
mogen uitsluitend uitgevoerd worden door technici die op dit vlak bekwaam zijn.
Een verkeerde installatie kan schade berokkenen aan personen, dieren of voorwerpen en de
constructeur kan hiervoor niet verantwoordelijk worden gesteld.
De automatische beveiligings- of afstellingsvoorzieningen van het apparaat kunnen gedurende de
levensduur van de installatie enkel en alleen veranderd worden door de constructeur of door de
leverancier die hiertoe geautoriseerd is.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR
●Het toestel werd ontworpen om op volle kracht te werken voor minder dan 24 uur (systeem van niet
voortdurende werking). Het bereiken van deze limiet veroorzaakt een regelingstop om het apparaat toe te
laten de eigen doeltreffendheid te controleren.
●Deze automatische inrichting is een veiligheidsinrichting en mag niet gewijzigd worden. Geknoei heeft tot
gevolg dat elke verantwoordelijkheid van de constructeur en van de garantie vervalt.
●Respecteer de Nationale en Europese wetgeving met betrekking tot elektrische veiligheid die van
toepassing zijn (vb. EN 60335-1/EN 50165).
●Controleer goed de kabels vooraleer in werking te stellen: een verkeerde bekabeling kan het apparaat
schaden en kan de veiligheid van het toestel in gevaar brengen.
●Enkel in afwezigheid van spanning de kookplaat in- en uitschakelen. .
●Vermijdt het ontploffen van het apparaat door waterdruppels te laten vallen.
●Vermijdt dat zekeringskabels tezamen worden geplaatst met hoogspanningskabels van de
ontstekingstransformator.
●Controleren of geen voorwerpen aanwezig zijn op de kookplaat, in het bijzonder op het gedeelte met het
bedieningspaneel.
●Na het aanzetten van de kookplaat enkele seconden wachten totdat de procedure van automatisch
kalibreren van het toetsenbord voltooid is.
●In geval van “gedeeltelijke” kortsluiting of van onvoldoende isolatie tussen elektriciteitslijn en aarde, kan de
spanning op de elektrodemeter afnemen totdat de blokkeringsstop van het apparaat veroorzaakt wordt
omwille van de onmogelijkheid om het vlamsignaal vast te stellen.
●Het laagspanningscircuit (ELV) is niet veilig voor aanraking (enkel hoofdisolatie in overeenstemming met
EN 60730-1), de installatie moet daarom de bescherming garanderen tegen elektrische schokken
equivalent aan een dubbele isolatie voor de gebruikersinterface.
FIG. 7 FIG. 8
TE RESPECTEREN AFMETINGEN
(in mm)
A B C D E
4F (60) 553 475 62.5 62.5 55 min.
5F (90) 833 475 62.5 62.5 55 min.