12
Elektrischer Anschluß
Bevor Sie den Stecker in die Steckdose einstecken,
überprüfen Sie bitte, daß die auf dem Typenschild
des Gerätes angegebene Spannung sowie Frequenz
mit dem Anschlußwert des Hauses übereinstimmen.
Eine Abweichung von ±6% von der
Nominalspannung ist zulässig. Für die Anpassung
des Gerätes an andere Spannungen muß ein
Spartransformator angemessener Leistung
vorgeschaltet werden.
Das Gerät muß unbedingt vorschriftsmäßig geerdet
werden. Zu diesem Zweck ist der Stecker des
Speisekabels mit dem dafür vorgesehenen Kontakt
versehen. Sollte die Netzleitung im Haus nicht mit
einer Erdleitung versehen sein, so muß das Gerät an
eine getrennte Erdleitung vorschriftsmäßig und unter
Hinzuziehung eines Fachmanns angeschlossen
werden.
Die Erzeugerfirma lehnt jede Verantwortung ab,
falls diese Unfallverhütungsvorschrift nicht
beachtet wird.
Dieses Gerät entspricht der folgende
EWG Richtlinie:
- 87/308 EWG vom 2.6.87 (Deutschland-
Ausführung) bzw. der ÖVE-Richtlinie Nr. F 61/84
(Österreich-Ausführung) bezüglich
Funkentstörung.
- 73/23 EWG vom 19/02/73 (Niederspannung) und
folgende Änderungen;
- 89/336 EWG vom 03/05/89 (Elektromagnetische
Verträglichkeit) und folgende Änderungen.
INSTALLATION
Aufstellung
Das Gerät sollte nicht in der Nähe von
Wärmequellen wie Heizkörpern oder Öfen aufgestellt
und vor direkter Sonneneinstrahlung geschützt
werden.
Für den Einbau bitte den entsprechenden Abschnitt
durchlesen.
Wichtig
Es m
uß möglich sein, das Gerät vom Netz zu
trennenn; Nach der Installation muß die Steckdose
daher zugänglich bleiben.
3. Druk op de toest “G” om het geluidsalarm uit te
schakelen.
4. Druk op de toetsen „+“ (C) of „-“ (E). De
temperatuurindicatie schakelt om en geeft
knipperend de op dat moment ingestelde
GEWENSTE temperatuur aan.
5. Gewenste temperatuur door indrukken van de
toetsen „+“ (C) en „-“ (E) instellen (zie hoofdstuk
"Toetsen voor temperatuurinstelling"). De
temperatuurindicatie geeft direct de gewijzigde
instelling aan. Met elke druk op de toets wordt de
temperatuur 1 °C hoger ingesteld.
Uit voedingswetenschappelijk standpunt is -18 °C
voor de diepvriezer koud genoeg als
bewaartemperatuur.
6. Het alarmcontrolelampje wordt uitgeschakeld
zodra de ingestelde temperatuur bereikt worden.
Druk op de alarmtoers om het geluidsalarm uit te
schakelen.
AUTO FREEZE
De AUTO FREEZE-functie versnelt het invriezen van
verse levensmiddelen en beschermt tegelijkertijd de
reeds ingevroren waren tegen ongewenste
verwarming.
1. Door te drukken op de AUTO FREEZE toets
wordt de AUTO FREEZE-functie ingeschakeld.
Het gele lampje gaat branden. Als op deze toets
gedrukt wordt, verschijnt het opschrift SP op het
display.
Als de AUTO FREEZE-functie niet handmatig
beëindigd wordt, schakelt de elektronica van het
apparaat de AUTO FREEZE-functie na 48 uur uit.
Het gele lampje gaat uit.
2. De AUTO FREEZE toets te drukken kan de
AUTO FREEZE-functie te allen tijde handmatig
beëindigd worden. Het gele lampje gaat uit.
Toets om het alarm uit te
schakelen
Een abnormale verhoging van de temperatuur in de
diepvries (bijv. uitvallen van de elektriciteit) wordt
aangeduid door het knipperen van het
controlelampje (F) en door een geluidsignaal.
Wanneer de normale omstandigheden hersteld
worden, gaat het geluidsalarm uit, terwijl het
alarmcontrolelampje blijft knipperen.
Door op alarmtoets (G) te drukken, verschijnt op de
aanduiding (D) gedurende enkele seconden de
hoogste temperatuur die in de diepvriezer ontstaan
is.
Het invriezen van verse
levensmiddelen
Het vriesvak is geschikt om verse
levensmiddelen in te vriezen en om bevroren en
diepgevroren levensmiddelen gedurende lange tijd
te bewaren.
Druk minstens 24 uur tevoren op de Auto freeze
toets, om verse levensmiddelen in te vriezen.
Doe de levensmiddelen die diepgevroren moeten
worden in het bovenste vak, omdat dit het koudste
punt is.
Let op!
Wanneer moet de Auto freeze functie gebruikt
worden:
Het bewaren van diepgevroren
levensmiddelen
Bij de inwerkingstelling of na een tijd waarin de
diepvriezer niet gebruikt is, de levensmiddelen in het
apparaat doen, nadat het minstens gedurende twee
uur op de Auto freeze functie gelopen heeft. Schakel
de functie vervolgens uit.
Belangrijk
Als, bijvoorbeeld door stroomuitval die langer
duurt dan aangegeven wordt in de tabel techni-
sche gegevens bij ‘tijd om van –18°C naar –9°C
te gaan in uren’ , de opgeslagen producten
onopzettelijk ontdooid worden, moeten deze
direct worden geconsumeerd of onmiddellijk
toebereid en na afkoeling opnieuw ingevroren.
Het ontdooien van ingevroren
produkten
De diepvriesprodukten moet u vóór gebruik in de
koelkast of bij kamertemperatuur laten ontdooien, al
naar gelang de beschikbare tijd.
Kleine of in stukken ingevroren produkten kunnen
onmiddellijk gekookt of gebakken worden. De kook-
of baktijd zal dan natuurlijk iets langer zijn.
Jslaatjes
Bij het apparaat worden 1 of meerdere ijslaatjes
voor het maken van ijsblokjes geleverd.
Vul ze met drinkwater en plaats ze in het vriesvak.
Gebruik geen metalen voorwerpen om de laatjes
los te wrikken!
ongeveer 6
uur vooraf
ongeveer
24 uur
vooraf
niet nodig
niet nodig
Kleine hoeveelheden verse
etenswaren in de diepvriezer doen
(ongeveer 5 kg)
Maximale hoeveelheid verse
etenswaren in de diepvriezer doen
(zie plaatje met serienummer)
Bij diepvriesproducten
Als men dagelijks kleine
hoeveelheden verse etenswaar, tot 2
kg, in de diepvries doet.
37