44
Storing
• De machine pompt het
water niet weg resp.
centrifugeert niet.
• Onder de machine komt
water te voorschijn.
Mogelijke oorzaak
• De slangkoppeling van de
toevoerslang is lek.
• De afvoerslang is lek.
• Pluizenfilter niet goed gesloten.
• De wasmiddellade is verstopt.
• Te veel of te sterk schuimend
wasmiddel gedoseerd.
Oplossing
• De afvoerslang is geknikt. (E20)
• Pluizenfilter of afvoerslang zijn
verstopt. (E20)
• (spoelstop) of (niet
centrifugeren) gekozen.
• Wasgoed niet gelijkmatig in de
trommel verdeeld.
• Het toestel vibreert tijdens
het gebruik of staat
onrustig.
• De transportbeveiliging is niet
geheel verwijderd.
• De in hoogte verstelbare
schroefvoeten zijn niet goed
ingesteld.
• Er zit erg weinig wasgoed in de
trommel (bijv. slechts één badjas).
• Zie het betreffende hoofdstuk in
deze gebruiksaanwijzing.
• Voeten afstellen (zie
aansluitaanwijzing).
• Dit heeft geen invloed op de
werking van de machine.
• De deur kan niet geopend
worden.
• Er wordt een programma
afgewerkt.
• Het waterniveau in de machine
bevindt zich boven het onderste
deel van de deur.
• De machine is aan het opwarmen.
• De deur is tijdens het programma
vergrendeld.
• Water laten wegpompen, voordat
de deur kan worden geopend.
• Wachten tot de opwarmfase
afgelopen is.
• Het centrifugeren begint
traag resp. het wasgoed
wordt na afloop van het
programma niet
gecentrifugeerd.
• Het elektronische stabilisatie-
controlesysteem is in werking
getreden.
• Het wasgoed wordt, doordat de
draairichting van de trommel
gewijzigd wordt, losgemaakt,
beter verdeeld en er wordt
opnieuw met centrifugeren
begonnen. Dit kan herhaaldelijk
het geval zijn, totdat de onbalans
opgeheven is en het
centrifugeren definitief afgewerkt
kan worden. Als na 10 minuten
de onbalans nog niet opgeheven
is, voert de machine het
centrifugeprogramma niet uit.
• Slang controleren en goed leggen.
• Pluizenfilter reinigen of
afvoerslang controleren.
• Water wegpompen.
• Wasgoed beter verdelen.
• Toevoerslang vastschroeven.
• Afvoerslang controleren en
eventueel vervangen.
• Pluizenfilter goed sluiten.
• Lade reinigen.
• Wasmiddel precies volgens de
aanwijzingen van de wasmiddel-
fabrikant doseren.