—
20
—
GEVAAR
● Voer nooit metingen uit op een stroomkring met een spanning van meer
dan 750V AC.
● Meet niet in de nabijheid van ontvlambare gassen, rook, damp of stof. Dit
kan een explosie veroorzaken.
● De klauwen van de stroomtang werden zodanig ontworpen dat ze de
stroomkring niet kortsluiten. Indien de testapparatuur onbeschermde
geleidende onderdelen vertoont, moet men uiterst voorzichtig zijn voor
mogelijke kortsluiting.
● Gebruik het toestel niet als dit vochtig is of als uw handen nat zijn.
● Overschrijd nooit de maximum toegelaten ingangswaarde.
● Open het batterijcompartiment niet tijdens de meting.
WAARSCHUWING
● Voer geen enkele meting uit indien u iets abnormaals opmerkt, zoals
gebroken behuizing, beschadigde meetsnoeren, blootgestelde metalen
delen.
● Verdraai de functieschakelaar niet als de meetsnoeren aangesloten zijn en
verbonden met de teststroomkring.
● Installeer zelf geen wisselstukken en breng geen enkele wijziging aan,
maar stuur het toestel terug naar uw verdeler voor herstelling of ijking.
● Vervang nooit de batterijen als het oppervlak van het toestel vochtig is.
● Schakel het toestel steeds uit alvorens het batterijcompartiment te
openen.
OPGELET
● Zorg ervoor dat de functieschakelaar juist is ingesteld alvorens een meting
te beginnen.
● Let erop dat de meetpunten van de snoeren volledig in de
overeenkomstige aansluitklemmen geplugd worden.
● Verwijder de meetsnoeren uit het toestel alvorens een stroommeting uit te
voeren.
● Het toestel niet blootstellen aan zonnestralen, extreme temperaturen of
dauw.
● Plaats na elk gebruik de functieschakelaar weer op OFF. Als men het
toestel een tijdje niet meer gebruikt, berg het dan op en haal de batterijen
eruit.
● Om het toestel schoon te maken, een vochtig doek en detergent
gebruiken, geen schuurmiddelen of oplosmiddelen.