6-2 Meten van isolatieweerstand
①Kies de gewenste isolatietestspanning: 250V, 500V of 1000V.
② Verbind de zwarte krokodillenklem met de aardingsklem van het te testen
circuit.
③ Plug de rode lijnprobe in het te testen circuit.
GEVAAR
● Vóór het meten, altijd het circuit of de apparatuur testen om zeker te zijn
dat er geen spanning aanwezig is (instructies zie punt 6.1).
● Om een elektrische schok te vermijden, enkel metingen uitvoeren op dode
meetkringen.
● Als de testknop ingedrukt is terwijl de bereikschakelaar op een isolatietest
is ingesteld, mag men de uiteinden van de meetprobes en de te testen
meetkring niet aanraken omdat er hoogspanning aanwezig is; dit kan een
elektrische schok veroorzaken.
● Voer geen metingen uit als het batterijcompartiment niet goed gesloten is.
OPGELET
● Druk niet op de testknop als het spanningsindicatielampje brandt of de
buzzer geactiveerd is; hierdoor kan het toestel beschadigd worden.
● Doe eerst de spanningsindicatietest om er zeker van te zijn dat het circuit
dood is.