—
31
—
7.
VERVANGEN VAN BATTERIJEN/ZEKERING
GEVAAR
● Tijdens het meten nooit het batterijcompartiment openen. Om een
elektrische schok te vermijden, de testprobe loskoppelen alvorens het
batterijcompartiment te openen voor het vervangen van batterijen of
zekering.
● Zekering: snelle zekering type F 500mA/600V, 6.35 x 32mm.
OPGELET
● De testknop nooit indrukken als het spanningsindicatielampje brandt of de
buzzer geactiveerd is; hierdoor kan de meetkring beschadigd worden.
● Indien er een bijkomende meetkring parallel is aangesloten op de te
meten stroomkring, kan er een meetfout optreden die te wijten is aan de
invloed van de impedantie van de parallel aangesloten meetkring of van de
compensatiestroom
①Kies het gewenste weerstandsbereik 3Ω of 500 Ω.
② Sluit de meetsnoeren kort, druk op de testknop en regel de nulinstellingsknop
zodat de naald precies op de nul staat.
③Verbind de meetsnoeren met de testmeetkring.
④ Zorg ervoor dat de testmeetkring dood is; ga als volgt te werk:
Verbind de meetsnoeren met de testmeetkring en controleer de spanning.
Als de kring geladen is, duidt de multimeter de spanning aan, het lampje gaat
aan en men hoort een geluidssignaal.
Als de multimeter 0V aanduidt, is de meetkring dood.
⑤Druk op de testknop. Lees de waarde af op de blauwe ohmschaal.
●Ononderbroken meting
Door de testkring in te drukken en hem te draaien volgens de wijzers van
de klok, kan men deze vergrendelen voor ononderbroken meting. Om de
testknop los te laten, deze in de omgedraaide richting draaien. Nooit de
testknop ingedrukt laten als het toestel niet gebruikt wordt.
●Principe van continuïteitstest (weerstandstest)
Men kan de weerstandswaarde bekomen door een bepaalde stroom op
de te testen weerstand aan te leggen en door de spanning te meten die
gegenereerd wordt op beide zijden van de weerstand onder test.
Weerstandswaarde = Spanning/Stroom
RX = V / I