3.1 Bedrading van het systeem
Ongeacht de uiteindelijke gebruikswijze moeten eerste de vaste
snoertjes van de regen- en windsensors op de thermohygro-
zender worden aangesloten door deze in de gemarkeerde
contactpunten te steken.
In de volgende gevallen kan de rechtstreekse draadaansluiting
van thermohygrosensor en basisstation worden gebruikt:
Mogelijkheid tot gebruik van 433MHz-radiotransmissie is niet
gewenst.
Datatransmissie moet absoluut zonder enige interferentie zijn.
3.2 Voeding
Het weerstation kan gevoed worden met batterijen, via een
netadapter, of eventueel met een rechtstreekse draadaansluiting.
3.2.1 Batterijen
Plaats twee type C 1.5 V batterijen in het batterijvak van de
thermohygro-sensor. Plaats onmiddellijk daarna drie type AA
1.5 V batterijen in het batterijvak van het weerstation.
3.2.2 Netadapter
Plaats eerst twee type C 1.5 V batterijen in het batterijvak van de
thermohygro-sensor. Sluit onmiddellijk daarna de netadapter
aan op het basisstation en steek de stekker in het stopcontact.
Opgelet: In beide gevallen is het belangrijk deze volgorde in
acht te nemen, omdat de sensor een kengetal uitzendt
dat door het basisstation tijdens de eerste minuten van
functioneren moet worden ontvangen.
Na deze handelingen functioneert het weerstation gegarandeerd
correct.
3.2.3 Draadaansluiting
Nog een andere eigenschap van de onder paragraaf 3.1
genoemde rechtstreekse draadaansluiting is dat bij gebruik van
een netadapter niet alleen stroom wordt geleverd aan het
basisstation, maar ook aan de thermomohygro-sensor.
75