Verklarende woordenlijst
pagina 38
LaCie d2 DL DVD±RW-drive – Toast 7 Titanium
Gebruikershandleiding
Verklarende woordenlijst
Asynchroon – Gegevensoverdrachtmethode waarbij de gegevens onafhankelijk van andere processen worden overgebracht. Bij deze
overdrachtmethode kunnen de intervallen tussen de overbrengingen uiteenlopen en kunnen gegevens opnieuw worden verstuurd als dit
aanvankelijk is mislukt.
Back-up - (1) Het maken van ten minste één extra exemplaar van gegevens op een ander (en veilig) opslagapparaat, waar deze zo nodig
op een later tijdstip kunnen worden opgehaald. (2) Een kopie van een bestand, map of volume op een ander opslagapparaat dan het
oorspronkelijke met als doel het origineel te kunnen herstellen als dit wordt gewist, beschadigd of vernietigd.
Bestandssysteem - Koppelt het fysieke overzicht van een schijf aan de logische structuur hiervan. Dankzij het bestandssysteem kunnen
gebruikers en computers op eenvoudige wijze paden, mappen en bestanden weergeven die op de schijf zijn vastgelegd.
Besturingssysteem – Software waarmee de toewijzing en het gebruik van hardwarebronnen, zoals geheugen, processortijd, schijfruimte en
randapparaten wordt bestuurd. Een besturingssysteem is de basis waarop software (toepassingen) wordt uitgevoerd. Windows, Mac OS en
UNIX behoren tot de meestgebruikte besturingssystemen.
Bit - De kleinste eenheid waaruit computergegevens zijn opgebouwd. Een bit heeft de waarde 1 of 0. Acht bits vormen samen één byte,
oftewel één teken.
Blok - Een zeer klein deel van het opslagmedium dat één of meer sectoren omvat. Een blok is de kleinste hoeveelheid ruimte op een drive
die wordt toegewezen voor gegevensopslag. Standaard bestaat een gegevenssector uit 512 bytes.
Byte - Een reeks van 8 naast elkaar gelegen binaire waarden, oftewel bits, die als een eenheid worden beschouwd. Een byte bestaat uit 8
bits. Zie ook MB (megabyte) of GB (gigabyte).
Buffer - RAM-cache die sneller is dan de gegevens die worden afgeleverd. Buffers worden gebruikt om gegevens op het gewenste moment
te kunnen opslaan en afleveren bij het ontvangende item.
Bus - Elektronische koppelingen die een gegevensstroom mogelijk maakt tussen processor, RAM en verlengkabels (randapparaten).
Cache, opnemen in - Dit is een gebied voor elektronische opslag (gewoonlijk RAM) dat wordt gereserveerd voor het opslaan van veelvuldig
gebruikte gegevens uit elektromechanische opslagvoorzieningen (harde schijven, diskettes, cd-/dvd-rom, tapecartridges, enzovoort). Door
het in RAM opslaan van frequent gebruikte gegevens kunnen de algehele prestaties van uw systeem bij diskintensieve toepassingen
aanzienlijk verbeteren.
Configuratie - Bij een pc wordt met configuratie die som van de interne en externe onderdelen van het systeem bedoeld, met inbegrip van
geheugen, diskdrives, toetsenbord, videosubsysteem en andere randapparaten, zoals muis, modem of printer. De configuratie omvat tevens
software: het besturingssysteem en verschillende programma’s voor apparaatbeheer (stuurprogramma’s), alsmede apparatuurinstellingen en
–opties die door de gebruiker zijn ingesteld via configuratiebestanden.