4
BEDRIJFSWIJZE
De versnellingsbak kan op twee ma-
nieren worden bediend:
❍ de eerste: handmatig (MANUAL),
waarbij de bestuurder beslist wan-
neer er geschakeld wordt;
❍ de tweede volledig automatisch
(AUTO), waarbij het systeem be-
slist wanneer het van versnelling
verandert. U kunt de ECO (Eco-
nomy)-functie gebruiken om het
verbruik te beperken. Druk op
knop E-fig. 3 op het schakelmas-
ker van de pook om deze functie
in te schakelen.
De versnellingen en de functies
(MANUAL of AUTO) kunnen worden
gekozen met de versnellingspook A-
fig. 1 op de middenconsole.
Wanneer het voertuig stilstaat en de
sleutel van het contact is gehaald,
kunt u de hendel met/zonder ingetrapt
rempedaal bewegen. Het systeem
voert geen enkele verandering uit als
de pook wordt verplaatst. De versnel-
ling die was ingeschakeld voordat de
contactsleutel werd uitgenomen, blijft
in het geheugen opgeslagen.
WAARSCHUWING Na de start wor-
den mogelijk fouten tussen de stand
van de hendel en de effectief inge-
schakelde versnelling gesignaleerd
wanneer het rempedaal wordt losge-
laten door een geluidsalarm en een
knipperende versnelling “N” op het
display tot ze terug overeenstemmen.
VERSNELLINGSPOOK
De versnellingspook A, op de tunnel
heeft drie vergrendelde en drie onver-
grendelde standen.
De drie stabiele standen zijn de vrij-
stand (N), de achteruit (R) en de cen-
trale stand tussen de onstabiele stan-
den (+) en (–).
De onstabiele standen zijn de standen
die de hendel verlaat zodra deze wordt
losgelaten. Ze omvatten de stand van
de aanvraag van een hogere versnel-
ling (+), de stand van de aanvraag van
een lagere versnelling (–) en de stand
van de aanvraag van de automatische
bedrijfsmodus (A/M).
U kunt terugkeren naar de handma-
tige modus door de hendel opnieuw in
de stand A/M te brengen.
fig. 3
L0E0183m
Houd de hand niet langer
op de versnellingspook
dan strikt noodzakelijke
is voor het schakelen of voor de
Auto/Manual bediening.