32
DASHBOARD EN BEDIENING
Flanklichten (D.R.L. - Smart Daytime Light)
Met deze functie kan de functie dagverlichting worden in-/
uitgeschakeld.
Handel als volgt om deze functie in of uit te schakelen:
– druk kort op de knop SET; op het display verschijnt een
submenu;
– druk kort op de knop SET; op het display knippert (On)
of (Off), afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop + of – om de keuze uit te voeren;
– druk kort op de knop SET om terug te keren naar het
submenu of houd de knop even ingedrukt om terug te ke-
ren naar het hoofdmenu zonder op te slaan.
– houd de knop SET even ingedrukt om terug te keren
naar het beginscherm/hoofdmenu.
Menu verlaten
Laatste functie waarmee de instellingen uit het menu wor-
den afgesloten. Druk kort op de knop SET om terug te ke-
ren naar het beginscherm zonder op te slaan. Als u de knop
Ô
indrukt, wordt teruggekeerd naar het eerste menupunt
(Snelh. lim).
STORINGSMELDINGEN
WAARSCHUWING De storingsmeldingen die op het dis-
play verschijnen, zijn onderverdeeld in twee categorieën:
ernstige storingen en minder ernstige storingen.
De ernstige storingen worden “cyclisch” weergegeven en
langdurig herhaald.
De minder ernstige storingen worden “cyclisch” weerge-
geven en korte tijd herhaald.
U kunt de weergavecyclus van beide categorieën onder-
breken door op de knop SET te drukken. Het lampje (of
het symbool) op het instrumentenpaneel blijft branden
totdat de storing is verholpen.
Niet goed gesloten achterklep (rood)
Het symbool (waar voorzien) op het display gaat
branden als de achterklep niet goed gesloten is.
Op het display verschijnt het betreffende bericht.
R