238
EEN LEKKE BAND
RESERVEWIEL EN
GEREEDSCHAP
De auto kan zijn uitgerust met een
reservewiel met normale afmetingen
(indien aanwezig).
Het reservewiel, de krik en het ge-
reedschap vindt u onder de vloerbe-
dekking in de bagageruimte.
Open de achterklep, til de bekleding
op en haak deze aan de bovenrand
vast met de daarvoor bestemde riem
A (fig. 37).
De vloerbedekking kan ook uit de
bagageruimte worden verwijderd door
de vloerbedekking naar achteren te
trekken.
Verwijder het vulstuk B (fig. 38).
Draai de blokkeerschroef (hand-
greep) C (fig. 39) los, pak de gereed-
schaphouder D en het reservewiel E
en plaats deze dicht bij het te verwis-
selen wiel.
BELANGRIJK Zie voor de beschrij-
ving van de juiste werkwijze voor het
verwisselen van een wiel en voor alle
waarschuwingen en de te nemen
voorzorgsmaatregelen, het hoofdstuk
“Noodgevallen”.
Nadat het wiel verwisseld is, moet
het verwisselde wiel, de krik en het
gereedschap weer in de bagageruimte
worden opgeborgen en op de juiste
wijze worden bevestigd. Monteer het
vulstuk B (fig. 38) op het wiel.
Haak voordat u de vloerbedekking
laat zakken, de riem aan de bekleding
zoals is afgebeeld (fig. 40).
Als de vloerbedekking uit de baga-
geruimte was verwijderd en u deze
wilt terugplaatsen, moet u de voorste
bevestigingslippen F (fig. 41) in de
daarvoor bestemde zittingen in de ba-
gageruimte plaatsen.
fig. 37
P4T0208
fig. 38
P4T0209
fig. 39
P4T0210
fig. 40
P4T0211