18
Wanneer gaat het alarm af
Het alarm treedt in werking en de
richtingaanwijzers knipperen onge-
veer 30 seconden als:
– één van de portieren, de motor-
kap of de achterklep wordt geopend;
– er iets in het interieur beweegt
(laat de ruiten niet open staan en
laat geen dieren in het interieur als
het diefstalalarm is ingeschakeld);
– geprobeerd wordt het diefstala-
larm uit te schakelen zonder de
afstandsbediening te gebruiken.
Diefstalalarm uitschakelen
Het systeem schakelt uit als u
knopje B (fig. 7) op de afstandsbe-
diening indrukt.
De richtingaanwijzers knipperen
enkele seconden snel.
Als het diefstalalarm geactiveerd is
geweest, dan knippert lampje A (fig.
8) snel. Draai om het knipperen te
beëindigen, de start-/contactsleutel
in stand M.
Volumetrische beveiliging uit-
schakelen
Voordat het diefstalalarm wordt
ingeschakeld, moet u knopje A (fig.
9) indrukken (dit knopje is bereik-
baar bij geopend portier); lampje A
(fig. 8) op het dashboard gaat bran-
den.
Op deze manier werkt bij inschake-
ling van het diefstalalarm alleen de
omtrekbeveiliging (buiten).
Als knopje A (fig. 9) nogmaals
wordt ingedrukt, werkt het systeem
normaal met omtrek- en volumetri-
sche beveiliging.
fig. 8
L0B0003b
fig. 9
L0B0218b