211
INTERIEUR
Controleer af en toe of er onder de
vloerbedekking geen water is blijven
staan (dooiwater van sneeuwresten
aan schoenen, lekkende paraplu’s,
enz.), waardoor roestvorming op de
bodem veroorzaakt zou kunnen
worden.
STOELEN EN STOFFEN BEKLE-
DING REINIGEN
Verwijder stof met een zachte bor-
stel of een stofzuiger. Voor een nog
betere reiniging van de stoffen
bekleding raden wij u aan de borstel
vochtig te maken.
Reinig de zittingen met een vochti-
ge spons en een oplossing van neu-
trale zeep.
MET LEER BEKLEDE STOELEN
SCHOONMAKEN
Verwijder droog vuil met een
zeemleer of een iets vochtige doek,
zonder hard te drukken.
Dep een vochtige vlek of vet met
een droge en absorberende doek en
wrijf daarbij niet. Behandel de plek
vervolgens met een doek of zeem
bevochtigd met water en een neutra-
le zeep. Als de vlek nog niet verwij-
derd is, behandel de vlek dan met
een speciaal schoonmaakmiddel,
waarbij de instructies op de verpak-
king strikt moeten worden opge-
volgd.
BELANGRIJK Gebruik nooit alco-
hol of producten op basis van alco-
hol.
KUNSTSTOF INTERIEURDELEN
Gebruik speciale reinigingsmidde-
len om het visuele effect van de com-
ponenten niet te wijzigen.
BELANGRIJK Gebruik nooit alco-
hol of benzine om het glas van het
instrumentenpaneel schoon te
maken.
Gebruik nooit ontvlam-
bare producten zoals
petroleum of wasbenzine
voor het reinigen van de interi-
eurdelen van de auto. De elektro-
statische lading die tijdens het
reinigen door het wrijven ont-
staat, kan brand veroorzaken.
Bewaar nooit spuitbus-
sen in de auto. Ontplof-
fingsgevaar. Spuitbussen
mogen niet worden blootgesteld
aan temperaturen boven 50°C. In
de zomer kan de temperatuur in
het interieur ver boven deze
waarde oplopen.