9
Systeem uitschakelen
Het systeem schakelt automatisch
uit als de contactsleutel of de start-
knop in stand STOP wordt gedraaid.
De gekozen instellingen en actieve
functies worden tijdens het uitscha-
kelen opgeslagen en weer geactiveerd
bij de volgende keer dat het systeem
wordt ingeschakeld (behalve de
standby-stand).
Als u een telefoongesprek voert of
bij een noodoproep wordt de uit-
schakeling uitgesteld totdat het tele-
foongesprek is beëindigd op de
noodoproep is voltooid.
Als het systeem is ingeschakeld
m.b.v. de linker knop of eventueel
via de toets SOS, bij uitgenomen
sleutel of sleutel op stand STOP of
met de startknop in stand STOP,
dan kunt u het systeem uitschakelen
door nogmaals op de linker knop te
drukken. Het systeem schakelt in
ieder geval na circa 20 minuten uit
om de accu te sparen.
Stand-by
Een ingeschakeld systeem kan als
de contactsleutel of de startknop in
stand MAR staat, in stand-by worden
gezet door de linker knop in te druk-
ken. Deze stand (stand-by) is herken-
baar aan een verduisterd scherm en
uitgeschakelde geluidsweergave; het
systeem blijft echter onzichtbaar wer-
ken, d.w.z. dat de telefoon gereed is
voor binnenkomende gesprekken.
Dark
Bij ingeschakeld systeem kan onaf-
hankelijk van de stand van de con-
tactsleutel of de startknop, het sys-
teem in de Dark-stand worden gezet
door de betreffende toets in te druk-
ken. In deze stand is het scherm ver-
duisterd, maar blijft het systeem alle
functies uitvoeren (audio-instellingen,
route-aanwijzingen, spraakbediening,
enz.). De functie Dark kan ook wor-
den ingeschakeld via de spraakbedie-
ning (zie de instructies in het
betreffende hoofdstuk).
Druk opnieuw op de toets DARK
om het scherm weer te verlichten of
gebruik het betreffende spraakcom-
mando.
WERKING KIEZEN
U kunt de gewenste werking of
functie kiezen m.b.v. één van de vol-
gende toetsen:
– MAIN = Hoofdscherm
– AUDIO = Instellingen audiosys-
teem
– FM/AM (multifunctionele toet-
sen) = Golfband selecteren
– CC/CD/CDC (multifunctionele
toetsen) = Audiobron selecteren (cas-
settespeler/CD-speler/CD-wisselaar)
– TV (multifunctionele toets) = TV
selecteren (alleen bij stilstaande
auto)
– TEL = Telefoon
– VOICE (toets op het stuurwiel) =
Spraakbediening voor de telefoon en
het audiosysteem (toets kort indruk-
ken) – Registratie gesproken berich-
ten (toets even ingedrukt houden)
– NAV = Navigatiesysteem
– TRIP = Boordcomputer