17
AFSTANDSBEDIENING (fig. 3-4)
De afstandsbediening werkt met
een infrarood zender en regelt enke-
le van de belangrijkste functies van
het audiosysteem en de TV.
De afstandsbediening kan alleen
gebruikt worden als het CONNECT
is ingeschakeld.
Om de afstandsbediening A (fig. 3)
te kunnen gebruiken, moet deze uit
de houder B worden genomen.
De toetsen van de afstandsbedie-
ning hebben de volgende functies
(fig. 4):
A – Radio: in-/uitschakelen van de
functie “Audio Mute” (volume
op nul zetten) alleen bij inge-
schakelde TP-functie (symbool
“√” naast het opschrift TP op
het hoofdscherm van de radio-
functies).
CC/CD/CDC: weergave/stop-
pen van het beluisterde
muziekstuk.
TV: uitschakelen van de televi-
sie en terugkeren naar het
scherm van de daarvoor inge-
schakelde audiobron
B – Volume verlagen
C – Volume verhogen
D – Radio:
– kort indrukken = zoeken
naar het eerste te ontvangen
station op hogere frequentie
– even ingedrukt houden =
functie “Scan” inschakelen
waarbij alle stations op de
geselecteerde golfband kort
worden weergegeven in aflo-
pende frequentie
Cassettespeler:
– kort indrukken = snel voor-
uitspoelen naar volgend
muziekstuk
– even ingedrukt houden = snel
vooruitspoelen
CD-speler:
– kort indrukken = volgend
muziekstuk selecteren
– even ingedrukt houden = snel
vooruit zoeken
TV: zoeken naar het eerste te
ontvangen kanaal op hogere
frequentie
E – Radio:
fig. 3
L0A5003b
fig. 4
L0A5004b