Překlad originálních instrukcí
1 -
CS
57
OBSA H sr t.
ÚVO D 1
SYMBOL Y 1
BE ZPEČNOST 1
PO UŽI TÍ 3
PÉČE A ÚD RŽBA 4
PODMÍ NKY Z ÁRUK Y 5
LIK VID A CE 5
POMOC V PŘ ÍP ADĚ PO RUCHY 5
OBR Á ZKY 8-9
ÚVOD
> SPRÁ VNÉ POUŽITÍ
· Vý kon a jednoduch ost použí vání spotřebiče jsou
shodn é jako pro NEPROFESIONÁLNÍ po užití.
· Spotřebič j e vhodný pro umý vání povrchů na ven
-
kovních prostr anstv ích tehdy , kdy je pro odstr anění
nečistoty potřebné použití v ody .
· S p oužitím pří da vných zaříze ní, kter á jsou ve vý bavě
je možné pr ovádět t yto prá ce : mytí s e saponátem,
opískování a my tí s pomo cí rotačního k art áče, kter ý
se nasa zuje na pistoli.
> TECHNICKÉ ÚDAJE
(Zkontrolujte, zda s e technické údaje uveden é na
štítku)
SY MBOL Y
POZOR! V ěnovat pozornost bezpečnos-
ním symbolům.
DŮLEŽITÉ
zavřeno
otevřít
JE-LI PŘÍTOMNÁ (en možnost)
DVOJIT Á IZOLACE (pokud je): je doda-
tečnou ochranu elektrický izolá tor
varování nedot ýkejte
Výs tražný symb ol: nevdechovat
BEZPEČNOST
> SPECIFI CKÉ BEZPEČNOSTNÍ
POKY NY TÝKAJÍCÍ SE D ANÉHO
ZAŘÍZENÍ
•
0 1P OZ O R : Spotřebič vho dný pouze k po užití na
vnějších prostranst vích.
•
02 POZO R: Po kaž dém ukončení práce v ždy odpoji t
vodní a ele ktrick ý příp oj.
•
0 3POZO R: Ne používat sp otřebič, po kud jsou po-
škozené jeho důl ežité části, jako např . bez pečnostní
ovládače, vys okotlaká hadice a apod.
•
0 4P OZOR : T ento spotře bič byl v yv inut pro účely po-
užití p ouze se sap onátem, kter ý pře depisuje v ýrob-
ce, jako jsou mycí šampony , neutrální s aponát y na
bázi b iologick y rozložitelných ak tivních aniontov ých
tenzidů. Použití j in ých mycích prostředků ne bo che
-
mick ých látek může mít negati vní vliv na be zpečnos t
spotřebiče.
•
0 5POZO R: N epoužív at tento spotřebič v blízkos ti
osob, aneb o ty to osoby musejí p oužívat ochr anný
o d ě v.
•
0 6P OZOR : Proud vody z tr ysk y se nesmí nasm ěro-
vat na me chanické části, ošetřen é mazacím tukem .
T uk by se totiž m ohl pod tlakem vod y rozštřik nout
po zemi . Při čištění pneumatik a jejich v zdušných
ventilů se musí dodr žovat minimální v zdálenost 30
cm; v opačném p řípadě by je prou d vody pod v yso
-
k ým tlakem mohl p oškodit. Vyb lednutí pne umatiky
je pr vním znam ením jejího p oškození. Pošk ozené
pneumatik y a jejich v zdušné ventily jsou ži votu ne
-
bezpeč né.
•
07POZ OR: T r yskání vody p od v yso-
k ým tlakem může bý t nebez pečné,
pokud je používáno nevhodným způ
-
sob em. Proud vody nesm í být směřován na os oby ,
z vířat a, na elek trospotřeb iče a na tent o přístroj s a
-
motný .
•
08POZOR: Hadice, přídavná z ařízení a v ysokotlaké
spojk y jsou důle žité z hlediska b ezpečn osti spotřebi
-
če. Používat pou ze hadice, přídavná z ařízení a spoj-
k y , k teré jsou dop oručeny v ýrobcem ( je velmi důle-
žité dbát na ne porušenos t těchto součástí , zabránit
jejich nevh odnému po užívání a před cházet t voření
přehybů, nár azům a odírán í).
•
09 PO ZOR: Spotřebiče k teré nejsou op atřeny systé-
mem A .S .S. – Automatic Stop System: nesmějí zůs tat
v chodu p o dobu déle n ež 2 minut y při zapnuté pis
-
toli. Dojde k nebezpečnému zv ýšení teploty oběho-
vé vody , k teré způsobí vá žné poškození čerpadl a.
•
10 P OZ O R : Sp otřebiče kte ré jsou opat-
řeny systém em s náz vem A. S.S – Auto-
matic Stop S ystem je v hodné nene chávat je v poloze
stan d-by dél e než 5 minut.
RE ME DIES I N GE V AL V AN STORI NGE N
STORINGEN
OORZAKEN REMEDIES
1. Als u op de schakela-
ar drukt
start de pomp niet.
1. De stekker zit niet goed in het stopcontact.
2. Het stopcontact functioneer t niet.
3. De netspanning is onvoldoende.
4. De doorsnede van het verlengsnoer is niet
geschikt.
5. De pomp is geblokkeerd.
1. Steek de stekker op de juiste manier in het stopcon-
tact.
2. Laat het stopcontact nakijken.
3. Controleer of de elektrische installatie geschikt is .
4. Raadpleeg de paragraaf over de elektrische aanslu-
iting.
5. Zet de schakelaar op ON en houd daarbij de hendel
van het pistool ingedrukt; als de storing voortduurt
wendt u zich dan tot een erkende servicedienst.
22. Het apparaat start
maar er komt geen
water uit.
6. De pomp, de slangen of de hulpstukken zijn
bevroren.
7. Er wordt geen wat er toegevoerd .
8. Het waterfilter is verstopt.
9. De sproeier is verstopt.
6. Laat de pomp en de slangen ontdooien.
7. Sluit het apparaat aan op de waterleiding en draai de
kraan open.
8. Demonteer en reinig het filter (zie de paragr aaf
“ONDERHOUD”).
9. Haal de lans van het pistool af en reinig de sproeier
met de meegeleverde speld.
3. De pomp draait
maar er wordt geen
druk
opgebouwd.
10. De hoeveelheid water is onv oldoende.
11. Het aanzuigfilter is verstopt.
12. Het drukregelventiel (indien voorhanden) staat op de
laagste drukstand.
13. De sproeier van de lans is versleten.
14. De aanzuig- of uitlaatkleppen zijn verstopt of versleten.
10. Controleer of de wat eropbrengst minimaal 12 l/min.
bedraagt.
11. Demonteer en reinig het filter (zie de parag raaf “ON-
DERHOUD”).
12. V erhoog de druk door aan de knop te draaien.
13. V ervang de lans.
14.Wend u t ot een erkende servicedienst.
4. De werkdruk is
onregelmatig.
15. De sproeier van de lans is verstopt of vuil .
16. Er zit lucht in het toevoerwater .
17. Het aanzuigfilter is verstopt.
18. De aanzuig- of uitlaatkleppen zijn verstopt of versleten.
19. De dichtingen zijn versleten.
20. De dichtingen van het drukregelventiel zijn
versleten.
15. Haal de lans van het pistool af en reinig de sproeier met de
meegeleverde speld.
16. V oorzie het apparaat van de juiste hoeveelheid wat er .
17. Demonteer en reinig het filter (zie de parag raaf “ON-
DERHOUD”).
18.Wend u t ot een erkende servicedienst.
19.Wend u t ot een erkende servicedienst.
20.Wend u t ot een erkende servicedienst.
5. De motor slaat plot-
seling af.
21. De overbelastingsbeveiligingsschakelaar van het
apparaat is aangesproken.
22. De doorsnede van het verlengsnoer is niet juist.
21. Laat de motor enkele minuten afkoelen. Als de storing voor-
tduurt wendt u zich dan tot een erkende servicedienst.
22. Raadpleeg de paragraaf over de elektrische aansluiting.
6. Het apparaat lekt water . 23. De slanghaspel (indien voorhanden) lekt.
24. De toevoerkoppeling lekt.
25. De pomp lekt.
23. Draai de koppelingen aan; als de storing voortduurt wendt u
zich dan tot een erkende servicedienst.
24. Controleer of de koppeling op de juiste manier gemon teerd
is (zie de afbeeldingen in de paragraaf “INST ALLA TIE”).
25.Wend u t ot een erkende servicedienst.
7. Het apparaat maakt
abnormaal lawaai.
26. Het aanzuigfilter is verstopt.
27. De temperatuur van het inlaatwater is te hoog .
28. De aanzuig- of uitlaatkleppen zijn verstopt of
versleten.
29. De lagers zijn versleten.
26. Demonteer en reinig het filter (zie de parag raaf “ON-
DERHOUD”).
27. V erlaag de temperatuur tot beneden de 40°C.
28.Wend u t ot een erkende servicedienst.
29.Wend u t ot een erkende servicedienst.
8. Er zit water in de olie.. 30. De dichtingsringen zijn versleten. 30.Wend u tot een erkende servicedienst.
9. Het apparaat start op-
nieuw terwijl het pistool
losgelaten is (uitvoerin-
gen met A.S.S.).
31. Er lekt water uit de aansluiting slang - pistool (met
uitzondering van de modellen die geleverd w orden met een
reeds aangesloten slang en pistool).
32. Er zit lucht in het toevoerwater .
33. Er lekt water uit het pistool.
34. Er lekt water uit de pomp .
31. Draai de aansluiting vast en maak daarbij gebruik van 2
Engelse sleutels.
32. V oorzie het apparaat van de juiste hoeveelheid wat er .
33.Wend u t ot een erkende servicedienst.
34.Wend u t ot een erkende servicedienst.
10. Het apparaat zuigt
geen reinigingsmiddel
aan.
35. De tank is leeg.
36. De knop van de lans staat op de hogedrukstand
(indien voorhanden).
37. De doorzichtige aanzuigslang is beschadigd of
losgeraakt.
35. Vul de tank.
36. Zet de knop op de lagedrukstand door de knop in de
richting van de sproeier te trekken.
37. Sluit de slang weer aan. Als de storing voortduurt wendt u
zich dan tot een erkende servicedienst.
11.Bij het inschakelen van
de brander slaat
verbrandingsketel niet
aan.
38.Diesel ontbreekt
39.Dieselfilter verstopt
40.Dieselpomp gebrokeerd of verbrand
41.Thermostaat kapot
42.Ontstekeing te zwak of ontbreekt
43.Onjuiste afstand tussen electrodes
38.het niveau in de tank controler en en of de harde zuigpijp
schoon is.
39.Het kleine filter vervangen.
40.Vervangen.
41.Vervangen.
42.Wend u t ot een erkende servicedienst.
43. W end u tot een erkende servicedienst.